men verklaarbaarmen bedenke slechtsop het ftekende kan het individu zich voorbereiden, het kan den toestand met zijn verstandelijke vermogens analyseeren, zich langza merhand in de komende gebeurtenissen inleven; dientengevolge kan het (geestelijk) gewapend trachten aan deze gebeur tenissen het hoofd te bieden. Het onbekende daarentegen is als een gesloten boekhet individu moet het over zich laten komen en men moet maar afwachten, hoe het daarop zal reageeren. Hier speelt dus geenszins het verstand, doch in de eerste plaats het sentiment de voornaamste rolhet in dividu is niet voorbereid, wordt min of meer overrompeld en is dus niet tot vooraf overwogen psychischen tegenweer in staat. Men vergete echter niet, dat dezelfde omstandigheid zich eveneens kan voordoen in het verdere verloop van een oorlog en dus niet alleen bij den aanvang van den krijg als ver schijnsel waarneembaar is. Zoo zullen nieuwe, versche troepen, welke voor het eerst ten strijde trekken, steeds weder op nieuw de emotie van den vuurdoop moeten doormakende verhalen van hen, die reeds langeren tijd in den oorlog zijn geweest, kunnen wel eenigszins medewerken tot het vormen van een beeld van het gevechtsveld, doch de werkelijkheid is nog zoo anders, dat men gerust mag aannemen, dat ook zelfs de best ingelichte en voorbereide troepen bij hun eerste optreden op het gevechtsveld zich nog in het onbekende storten. Uitnemend teekent Kurt Hesse in zijn interessante boekje „Der Feldherr Psychologos" den gemoedstoestand van een troep die op het punt staat voor het eerst het gevechtsveld te betreden. Wij citeerenFür einen Augenblick ist es ganz still geworden, und es will auch keine rechte Stimmung wieder aufkommen, als sich jetzt die Kolonne in Marsch setzt. Man fühlt esEen „Neues" steht bevor, ein Ereignis, etwas Besonderes, Unerhörtes. Aber man hat doch schon ein Gefecht erlebt Gegen Kavallerie Aber heute keiner weisz wie es sein wird nur ein Ahnen ist jedem gegeben, als obman hat doch keine Furcht?! nein, aber dieses unbestimmte Etwas legt sich doch lastend auf die Brust, und es ist einem, als atmete man schwerer. Und man ringt ordentlich nach LuftMenschen sind wir! Menschen wir alle, die wir hier marschieren. Und Leben wollen ist unsere Parole Und so schön ist da doch das Leben, wenn man jungen, gesunden Blutes und frohen Auges in die weite Welt hinausschauen kann Die Mienen der Leutnants aber zeigen in diesem Augen blick des ersten fernen Donners nur Ernst, Todesernst, To- desentschlossenheit, Todesstolz. Als der Schlachtenlarm sich steigert, keine Wimper zuckt ihre Gesichtern. Sie scheinen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 2