neen, het rangspensioenreglement kent in plaats van twee, drie
mutaties, terwijl bij iedere mutatie een verschillend pensioens
bedrag wordt toegekend.
Deze drie mutaties zijn de volgende
le. afkeuring wegens ziels- of lichaamsgebreken, het gevolg
van verwonding, verminking of letsel in en door den dienst be-
komen,
2e. afkeuring wegens ziels- of lichaamsgebreken, zonder meer
ontstaan in en door den dienst,
3e. afkeuring wegens ziels- of lichaamsgebreken, niet ontstaan
in en door den dienst.
Het is duidelijk hoe moeilijk het soms zal zijn om uit temaken
in welke rubriek men een geval zal moeten indeelen, öf in rubriek
1, öf in rubriek 2, wanttusschen een gebrek, het gevolg van letsel
in en door den dienst bekomen en tusschen een gebrek, ontstaan
in en door den dienst is nu niet zoo direct een heel gemakkelijk
te onderkennen verschil,
Gelukkig zal het in de praktijk niet veel voorkomen, dat een
geneeskundige commissie zich hierover het hoofd zal hebben te
breken, want, reeds werd opgemerkt, zijn de meeste officieren
onderworpen aan het diensttijdpensioenreglement, dat deze 3
mutaties niet kent, doch slechts twee:
le. ontstaan in en door den dienst,
2e. niet ontstaan in en door den dienst.
Wij willen er nog even op wijzen, dat er bij officieren alleen
maar sprake is van een voortdurend pensioen. Dit wordt bij
afkeuring toegekend, ook al hebben de officieren slechts één jaar
dienst. Zulks is niet het geval met de pensioenen, die aan mili
tairen beneden den rang van officier worden toegekend; deze
worden n. 1. gesplitst in voortdurend en tijdelijk pensioen en
onderstand voor ééns, afhankelijk van het aantal dienstjaren en
de mutatie: „geheel buiten staat" of „ten deele buiten staat"
waaromtrent bij officieren geen uitspraak behoeft te worden gedaan.
Wat tenslotte bij de afkeuring van een officier nog moet worden
overwogen is de kwestie van het al of niet verkeeren in een
hulpbehoevenden lichaams- of zielstoestand.
Het is bekend, dat zulk een hulpbehoevende toestand vergeleken
wordt met het verlies van 1 of 2 ledematen.
Wanneer zulk een toestand aanwezig is, geeft dit recht op een
pensioensverhooging en wel als de toestand te vergelijken is met
het verlies van 1 lidmaat van f600.— per jaar en met het verlies
van 2 ledematen van f 1200.— per jaar.
Niet alleen zulk een hulpbehoevende toestand geeft recht op
een pensioensverhooging, maar ook het gemis zelf van één of
meer ledematen, waarmee de hulpbehoevende toestand vergele
ken wordt en het gemis van één of beide oogen.
728