terdege willen onderstrepen en het accent willen leggen op het raadgevend, karakter van de uitspraken der geneeskundige com- missies. Er is om deze kwestie dus al heel wat te doen geweestde nu geldende opvatting is deze de uitspraak van een geneeskundige commissie is een advies, zonder meer. In de practijk komt het echter hierop neer, dat wanneer een commissie haar werkzaamheden op medisch gebied nauwkeurig verricht en zich houdt aan de bestaande administratieve bepa lingen, haar advies bijna altijd zal worden opgevolgd, zoodat haar uitspraak daardoor toch practisch eigenlijk weer een bin dend karakter krijgt. Wij willen echter een voorbeeld noemen, waaruit blijkt, dat de uitspraak eener commissie officieel niet bindend is, aangezien de Legercommandant van de uitspraak afweek. Dit voorbeeld betreft nog wel een geval, waarbij de Leger commandant van het certificaat van de Geneeskundige Hoofd commissie afweek. Het gaat hier n. 1. om een Man. Inf. Ie klasse, die met het 19e Bataljon Infanterie van 28 Juni 1929 t/m 6 Juli 1929 op meerdaagsche oefening ging naar het Tengergebergte. In een verklaring van den korpscommandant zegt deze, dat het hem niet bekend is, waarom de officier van gezondheid die den troep vergezelde, genoemd infanterist niet reeds van uit losari evacueerde, waar het bataljon op 2 en 3 Juli was, omdat toen al bleek, dat de man den troep met moeite kon volgen. Hij had namelijk een oogontsteking, die door den man zelf en later bij zijn opname in het hospitaal door den korpscommandant werd beschouwd als veroorzaakt door zand, dat in zijn oogen woei, toen de troep door de z. g. zandzee van de Bromo marcheerde. De stofwolken waren zoo dicht, dat volgens verklaring van een getuige men op 10 pas afstand niets duidelijk meer kon onderscheiden. De man is blijkens verschillende bescheiden tijdens zijn ver blijf in het hospitaal verpeegd „met behoud van inkomsten omdat de korpscommandant meende deze ziekte te moeten beschou wen als ontstaan in en door den dienst, waarmee het toenmalige Hoofd Hospitaal blijkbaar accoord is gegaan. De opname had plaats op 5 Juli 1929. Volgens zijn ziektenboekje had de man vroeger trachoom gehad en wel in 1915. inMn De gezichtsscherpte was bij binnenkomst nog 10/10, terwijl bij opname direct in de ziektegeschiedenis staat aangeteekend, dat er trachoomachtige korrels op beide oogleden van het rechter oog waren. Op 24 Juli 1929 is aangeteekend, dat het rechter oog sterk geïrriteerd was en een dag later staat aangeteekend, dat er een pannus te constateeren viel.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 41