den Legercommandant dan meteen werd vastgelegd in welke betrekkingen zulk een officier mocht doordienen, hetzij in bureau betrekkingen, of als commandant van een subsistentenkader of als Gewestelijk Militair Commandant. Wij hebben dus 5 beslissingen behandeld, die een genees kundige commissie ten aanzien van een officier kan nemen n. 1. fe. Tijdelijk ongeschikt voor den dienst te velde; 2e. Europeesch verlof; 3e. Tijdelijk ongeschikt voor alle militaire diensten; 4e. Ongeschikt voor de verdere waarneming van den militairen dienst in Nederlandsch-Indië, dus radicale afkeuring; 5e. Ongeschikt voor den dienst bij zijn wapen of onderdeel daar van. Dit zijn zeker wel de 5 voornaamste beslissingen. In de 6e en 7e plaats kunnen er nog bij genoemd worden: het noodzakelijk achten van een binnenlandsch verlof en de plaatsing in een koel of warm klimaat, maar deze twee laatste zijn minder belangrijk en er valt weinig over te zeggen. In de 2e plaats willen wij het geval bezien, dat een onderlui tenant voor de commissie verschijnt en nagaan, welke beslissin gen ten aanzien van een onderluitenant genomen kunnen worden. Onderluitenants zijn, wanneer ze voor een commissie verschij nen, lastige menschen, want in het eene opzicht vallen ze onder de bepalingen, die betrekking hebben op officieren en in een ander opzicht zijn de bepalingen van onderofficieren op hen van toepassing. In de le plaats de beslissing „tijdelijk ongeschikt voor den dienst te velde". We kunnen deze ook nemen ten aanzien van onderluitenants; daarin is geen verschil met officieren. Dan komt in de 2e plaats het „Europeesch verlof". Ook hier wordt op overeenkomstige wijze gehandeld als bij officieren. We kunnen dit vinden in de algemeene order 1930 No. 10, waarin alle bepalingen voorkomen, die op onderluitenants betrekking hebben. Ook op dit certificaat moet natuurlijk worden aangeteekend of de ziekte of het gebrek, waarvoor een Europeesch verlof nood zakelijk wordt geacht, al of niet ontstaan is in en door den dienst en of er eigen moedwillige handelingen of ongeregeld gedrag in het spel zijn. In de 3e plaats kan ook de verklaring „tijdelijk ongeschikt voor alle militaire diensten" ten behoeve van hen worden afgege ven. Ook zij worden, evenals officieren, na zes maanden geen dienst te hebben gedaan, op non-activiteit gesteld. In de 4e plaats komt nu de radicale afkeuring van een onder luitenant. 736

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 46