Zulk een onderluitenant moet, omdat hij onder dit reglement valt, dus wel afgekeurd worden voor den dienst „zoowel in als buiten Europa". Bovendien moet vanzelfsprekend, omdat hij onder dit reglement valt, ook een uitspraak worden gedaan omtrent het al of niet buiten staat zijn om in zijn levensonderhoud te voorzien. Wij zullen thans niet uitweiden over de beteekenis van deze laatste mutatie; daar komen wij op terug, wanneer verondersteld wordt, dat een onderofficier, onderworpen aan het diensttijdpen- sioenreglement voor onderofficieren voor de commissie verschijnt. Vast staat echter, dat het certificaat, wil het lege artis zijn op gemaakt, in dit geval een uitspraak moet bevatten omtrent het al of niet buiten staat zijn. Tenslotte komt uiteraard na deze mutatie nog een uitspraak omtrent den „hulpbehoevenden toestand". In de 3e plaats kunnen we nu een onderluitenant voor de com missie krijgen, die zich onderworpen heeft aan het „diensttijd- pensioenreglement voor onderofficieren", opgenomen in de al^e- meene order 1927 No. 2. Ook zulk een onderluitenant moet bij radicale afkeuring afge keurd worden voor den dienst zoowel in als buiten Europa. In de tweede plaats moeten we een uitspraak doen omtrent wèl of niét ontstaan in en door den dienst. Dit onderofficiersdiensttijdpensioenreglement maakt het de com missie gemakkelijker dan het rangspensioenreglement voor offi cieren, omdat er maar twee mogelijkheden bestaan volgens dit reglement, öf ontstaan in en door den dienst, of niet ontstaan in en door den dienst. Ook bij dezen onderluitenant moet een beslissing vallen om trent eigen moedwillige handelingen en ongeregeld gedrag. Daarna komt ook in dit geval aan de orde de kwestie van „al of niet buiten staat" om in zijn levensonderhoud te voorzien. Zooals bekend is, wordt door de mutatie „geheel buiten staat" of „gedeeltelijk buiten staat", een hooger pensioensbedrag toe gekend dan bij „niet buiten staat", doch dit heeft alleen beteekenis voor militairen, die korter in dienst zijn. Echter zijn onderluitenants in den regel menschen met veel dienstjaren en heeft deze mutatie voor hen geen practische' be teekenis, maar de administratieve juistheid eischt nu eenmaal,, dat in dit geval ook hieromtrent een uitspraak wordt gedaan. Na de uitspraak „al of niet buiten staat" moet natuurlijk ten slotte nog de uitspraak worden gedaan omtrent het al of niet ver- keeren in een hulpbehoevenden geestes- of lichaamstoestand. Een beslissing, die we ten aanzien van officieren konden nemen en die toen in de 5e plaats werd genoemd, n. 1.„ongeschikt voor den dienst bij zijn wapen of onderdeel daarvan", kunnen we ten aanzien van onderluitenants niet nemen. 738

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 48