helft van het pensioen worden toegekend als pensioensverhooging, maar deze verhooging kan nooit meer bedragen dan het pen sioensbedrag zelf. Het tot nu toe meegedeelde had betrekking op een Eur. onder officier, die in Nederland in dienst was getreden, ongehuwd was of gehuwd was met een niet in Indië geboren vrouw. Men kan echter ook te doen hebben met een Eur. onderofficier, die in Indië in dienst is getreden en in Indië geboren is en radicaal afgekeurd moet worden. De afkeuring behoeft in dit geval slechts te geschieden voor Nederlandsch-lndië en de betrokken onderofficier moet op dien grond het leger verlaten en heeft recht op pensioen of onderstand. Verder bestaat de mogelijkheid, dat een onderofficier voor de geneeskundige commissie verschijnt, die niet in Indië geboren is maar wel hier in dienst is getreden en ongehuwd is. Keurt men hem af voor Indië met de bedoeling om hem we gens ziekte te doen opzenden naar Nederland, dan heeft hij daar niets aan, want de algemeene order 1925 No. 20, handelend over opzending naar Nederland, verzet zich daartegen. Om naar Nederland te kunnen worden opgezonden, moet menn.l. buiten Nederlandsch-lndië in dienst zijn getreden. Bovendien krijgt zulk een onderofficier door deze uitspraak geen pensioen, want daarvoor moet men volgens het pensioen- reglement afgekeurd zijn voor den dienst „in en buiten Europa Om recht te krijgen op pensioen moet de onderofficier of in Indië geboren en in Indië in dienst zijn getreden öf met een in Indië geboren vrouw zijn getrouwd. En de onderofficier, dien we thans in beschouwing hebben genomen, is ongehuwd, niet in Indië geboren, en niet ongeschikt voor den dienst „zoowel in als buiten Europa". Hij is er dus ongelukkig aan toe; nóch Europeesch ziekteverlof, noch pensioen is voor hem mogelijk. Om hem nu toch pensioen toe te kennen, past men een admi nistratief hulpmiddel toe, en keurt hem af voor den dienst „zoo wel in als buiten Europa". Hij is nu een onderofficier ongeschikt voor den dienst, „zoo wel in als buiten Europa", die volgens de bepalingen van het pensioenreglement wèl recht op pensioen heeft. Nemen we nu dezen zelfden onderofficier, in Europa geboren, maar in Indië in dienst getreden, doch getrouwd met een in Indië geboren vrouw en keuren we dien af voor Indië, dan moet hij op dien grond den dienst verlaten, maar heeft, dank zijn gehuwd zijn, volgens de bepalingen van het pensioenreglement recht op pensioen. We kunnen nog een andere mogelijkheid veronderstellen en wel een onderofficier, die in Indië geboren is, maar in Europa in dienst is getreden en ongehuwd is. 743

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 53