Ook nog den noodkreet van den koenen vlieger, welke in zee gevallen en op het punt zijnde verzwolgen te worden, tot zijn overste de bede richt voor het lot zijner kleinen te willen zorgen. En dan nog tusschen dit alles de doodmare van eenen strijder, eenen liefhebbenden zoon, een minnend vader, een brave echt genoot, gevallen op wat men noemt „Het veld van Eer". In den langdurigen, niet te beschrijven strijd om Verdun voor al, waar tengevolge van het aanhoudend moordend vuur alle gewone verbindingen onderbroken en alle gewoonlijk aangewende wetenschappelijke seinstelsels ontredderd waren, is het juist al leen de duif geweest, waarop de hoop der verdedigers dezer vesting gesteund bleef. Met ingespannen blik werd de vlucht van den trouwen vogel gevolgd tot hij aan den gezichteinder verdwenen was. Het dunne velletje papier, verborgen in den lichten koker, waarvan de ge vleugelde bode drager was, bevatte immers de tijding, waaraan leven of vrijheid verbonden waren! Hoevelen zijn er geweest tusschen deze duifjes, welke het volbrengen van de van hen gevergde taak met het leven hebben betaald Niemand zal het ons zeggen. Zij toch kenden geen schuilen voor het vernielend schroot; zij kenden ook het verra derlijke niet der giftige gassen. De Fransche militaire duivenhou- ders zullen U nochtans verhalen van hunne dieren, welke bij hunne aankomst in plaats van neder te strijken, plotseling neder- sloegen op de vluchtplank gansch verminkt, het lichaam door schoten, om hunne zending volbracht, te sterven in de handen van hun liefhebbenden oppasser. Hoevelen zijn er aldus tusschen die krijgsduiven geweest, die ten koste van hun leven, in eene laatste inspanning, dan toch nog het hun toevertrouwd uiterst belangrijk bericht overbrachten, dat zou toelaten verscheidene menschenlevens te redden! En wat moet de gemoedstoestand geweest zijn van den stafof ficier bij het ontvangen van het laatste telegram van den heldhaf- tigen verdediger van het fort Vaux, den roemrijken kolonel Raijnal „Wij houden nog altijd vol. Wij ondergaan een aanval met gas en stikwolken. Er is uiterste haast ons te ontzetten. Laat ons aanstonds schijnsignalen geven van Souvile. Het beantwoordt niet aan onzen oproep. Dit is mijn laatste duif". Dwars door de gaswolken heen had deze stoere vogel zijne zending volbracht. Het giftige gas had zijne moordende actie ingezet, en het is slechts ten koste van aanhoudende liefderijke zorgen, dat deze duif in leven is kunnen worden gehouden". Tot zoover de lezing van den heer Leenaerts. Nu zullen natuur lijk vele lezers denken, de seinstelsels zijn zoo geperfectionneerd, dat wij de verbinding middels duiven gerust uit onze reglemen ten kunnen schrappen. Ik geloof evenwel, dat zulks niet kan, aangezien ook de andere staten dezen tak van verbindingsdienst 756

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 66