761 6. ORGAAN N.I. O. V. Het Juni-nummer opent met het Vie vervolgartikel van „Het Verre Oosten in 1932", waarin W.J. Lucardie het protest van de Nanking-regeering tegen het Protocol van Mandsjoerije en het Japansche antwoord op het rapport Lytton bespreekt. Vervolgens treffen wij aan een opstel van de hand van A. C. de Bruyn over de „Taak van den jongen officier bij de Compagnie", waarin menige waarde volle aanwijzing en raadgeving aan onze jonge makkers wordt gegeven. In „Keuring van Levensmiddelen" geeft A.J.B. ons een zeer overzichtelijke handleiding hoe de keuring van de „groote" en „kleine vivres", de keuring en verdeeling van versch rund- en varkensvleesch en de keuring van brood moet plaats hebben en ten slotte welke maatregelen moeten worden getroffen bij wanlevering of afkeuring. R. G. van Wichen stelt in „Gedwongen nonactiviteit voor officieren' de door de Commissie voorgestelde regeling tegenover de huidige, waardoor het op eenvoudige wijze mogelijk is de voor- en nadeelen van deze stelsels na te gaan. De door G.Wielinga tijdens de j. 1. gehouden jaarvergadering gevoerde bespreking van het onderwerp „Georganiseerd Overleg" wordt in „De juiste positie van den militair in de burgerlijke commissie van georganiseerd over leg" nader toegelicht. In „Nogmaals de uniform" door Off. van Gez. 2e kl. T. A. H. K. wordt het uniformvraagstuk weder ter sprake gebracht. Dat er medeburgers zijn, die ons leger weten te waardeeren blijkt uit het opstel „Woorden, die weerklank vonden" door E. Ten slotte treffen wij aan „Vragen gesteld bij het Rangschikkingsexamen tot Toelating tot de K.M. A. 1933" en de gebruikelijke mededeelingen van het Hoofdbestuur, verslagen, mutaties, enz. v. V. 7. UIT DE VAKTIJDSCHRIFTEN. Tactiek. Revue Militaire Fran^aise. Mei 1933, La Marche d' approche. De in het Aprilnummer door den Generaal J. Brossé aangevangen bespreking van dit onderwerp wordt voortgezet, waarbij de opstelling der troepen tijdens de nadering in beschouwing wordt genomen. Een echelonneering in de diepte geeft niet alleen het voordeel van een grootere bewegelijkheid, tevens wordt hierdoor bereikt, dat de Alg. B. indien de voorste troepen door den vijand zijn gebonden, de meer achterwaarts ge plaatste afdeelingen te zijner beschikking heeft om den aanval door te voeren. Schr. wijst er op, dat de in de „Instruction provisoire sur le service en cam pagne" voorkomende gedachtenbepaling, dat niet meer dan '/3 van de totaal be schikbare troepen aan infanterie als voorhoede mag worden aangewezen, verouderd is. Dit heeft nog betrekking op den tijd, dat de divisie zelfstandig het gevecht inleidde, doorvoerde en tot een beslissing bracht. Tegenwoordig is een divisie, welke in eerste linie is opgesteld niet een afdeeling welke het gevecht zelfstandig tot een beslissing brengt, zij heeft slechts tot taak de voorste afdeelingen van den vijand terug te dringen, om

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 71