en dus in het algemeen de persoon van den aanvoerder. Al de hiervoren beschreven middelen, welke ten doel hebben om reeds in vredestijd den grondslag te leggen tot het voorkomen van panieken, culmineeren ten slotte in den persoon van den aanvoerder. Wij achten het in dit, artikel niet op zijn plaats om een theo retische verhandeling te houden over de beteekenis en den invloed van het voorbeeld op den troep; dit onderwerp vormt een studie op zich zelf. Belangstellende lezers verwijzen wij naar uitgebreide studiën over dit onderwerp van bij uitstek deskundige schrijvers, als KURT HESSE, COSTE, HUOT et VOIVENEL. e. a„ terwijl wij ook verwijzen naar het in het O. N. I. O. V. voorkomende artikel van den kapitein H VAN ALTENA „Moed", in het bijzonder naar hetgeen de schrijver heeft medegedeeld over den commandant (Maart-aflevering 1933). In dit opstel willen wij slechts volstaan met op illustratieve wijze den lezers een inzicht te geven, wat het voorbeeld en het optreden van den commandant op het gevechtsveld vermag. Waar er zooals gezegd theoretische studiën betreffende dit onder werp tè over zijn, meenen wij thans goed te doen door het citeeren van een aantal sprekende krijgsgeschiedkundige voorbeelden om de beteekenis van dit zoo overheerschende element in de gevechts voering: den commandant, te belichten. Voorbeeld 12. Tijdens den veldtocht in 1812 rustte een troepenafdeeling van het Fransche leger, waarvan de staf hoofdzakelijk uit Saksische officieren bestond, in een Russisch landhuis. Dit landhuis was omgeven door een rechthoekig stuk grond, waaromheen een stevige, uit balken opgetrokken schutting was opgerichteen enkele poort gaf toegang tot de buitenwereld. Aan den ingang van het huis zelf stond een schildwacht op post. In de benedenverdieping van het huis onderhielden de officieren van den staf, waaronder zich ook de bevelhebber, de maarschalk Davoust bevond, een geanimeerd gesprek. Plotseling renden ongeveer 100 kozakken door de poort het landgoed binnen. groote verwarring 1 Alle officieren van den staf stormden de trap op naar de eerste verdieping; alleen maarschalk Davoust bleef beneden met den schildwacht, welke laatste zoo door den schrik was bevangen, dat hij zelf vergat te vluchten. De maarschalk riep den schildwacht toe „Tirez done waarop de man weder tot zich zelf kwam en een schot afgaf met als gevolg, dat de kozakken weder even snel verdwenen als zij binnen ge stormd waren. „Ach ja", zegt de maarschalk, als de officieren zich beschaamd weder bij hem voegen, „zoo iets overkomt iemand wel eens in zijn jeugd. Ik heb echter ondervonden, dat men zelfs de moeilijkste situatie's door een kort en vlot uitgevoerd besluit steeds kan redden 697

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 7