772
8. VOLKENBONDSAANGELEGENHEDEN.
De Volkenbond in 1932.
Overzicht, bewerkt naar officieele verslagen, waarbij slechts de voornaamste
gebeurtenissen in beschouwing zijn genomen en o.a. van de ontwapenings
conferentie slechts datgene, dat van belang voor N. Indië is te achten.
Algemeen.
Gedurende het afgeloopen jaar hadden twee vraagstukken de doorloopende
aandacht van den Volkenbond, n.l. de vermindering van de bewapening
en het tusschen China en Japan gerezen geschil. Kan, behalve het groeiende
bewustzijn, dat voor het algemeen herstel een zekere mate van ontwapening
noodzakelijk is, dienaangaande nog niet op bepaalde resultaten worden gewezen,
met betrekking tot de pogingen het Chin. Jap. conflict tot een oplossing te
brengen viel slechts een algeheele mislukking te constateeren.
Naast beide vorengenoemde aangelegenheden had ook het economisch
wereldherstel de aandacht, doch ook hier vielen helaas geen belangrijke resul
taten te boeken. Men kan slechts hopen, dat de intusschen aangevangen eco
nomische conferentie den weg naar herstel zal weten te vinden. Gezien de
alom heerschende overtuiging, dat er iets gedaan moet worden, mag men de
toekomst niet te pessimistisch beschouwen, al leveren de vele economische
barrières geenszins een hoopvol aspect.
Behalve het Jap. Chin, geschil, ontstonden gewapende conflicten in Zuid-
Amerika tusschen Paraguay en Bolivia en tusschen Peru en Columbia. Ook
in deze gevallen kon de Volkenbond, zelfs met steun van de Vereenigde
Staten van Noord-Amerika, geen practisch resultaat bereiken.
De toekomst stemt, gezien de resultaten, weinig hoopvol. De bij de sluiting
van de Assemblee gesproken woorden, dat deze overeenkwam met een min
of meer doodsche vergadering van aandeelhouders, die nu eenmaal bijeen
moeten komen, om het door de statuten voorgeschreven werk te doen, teekent
den toestand afdoende.
Na deze algemeene uiteenzetting tot een andere beschouwing der gebeur
tenissen overgaande, dient te worden gememoreerd, dat het ledenaantal door
de toelating van Turkije op 18 Juli en van Iraq op 3 October steeg tot 57.
(Zooals bekend heeft Japan in begin 1933 het lidmaatschap opgezegd, hetgeen
echter pas 2 jaren nadien van kracht wordt).
De toetreding van deze staten is voor Nederland niet zonder beteekenis,
omdat thans met Perzië de Volkenbond 3 leden telt met een overwegend
Mohammedaansche bevolking.
Ten aanzien van Iraq wordt nog opgemerkt, dat deze staat het jaar tevoren
nog behoorde tot de z. g. A -Mandaten*), tot de opheffing van welk mandaat
werd besloten, nadat de algemeene voorwaarden daartoe waren vastgesteld
en de Regeering van Iraq een verklaring had afgelegd o. a. betreffende de be
scherming van de minderheden van ras, taal en godsdienst, de vrijheid van
geweten, waarborg van de belangen van vreemdelingen en overname van de
door de mandaatmogendheid (Engeland) gesloten financieele overeenkomsten.
Een en ander nam echter niet weg, dat de Mandaatcommissie zich nog bezig
hield met de afhandeling van petities van de Assyriërs, en deze aangelegen
heid blijft waarnemen.
Volgens art. 22 van het Volkenbondsverdrag verschilt het karakter van een
mandaat naarmate van den graad van ontwikkeling van het volk, de geografische
ligging van het gebied, den economischen toestand daarvan en andere overeen
komstige omstandigheden.
Naarmate van de ontwikkeling onderscheidt men A-, B- en C-mandaten
A-mandaten waren Syrië-Libanon, Palestina en Mesopotamië-IraqB-man
daten o. a. Duitsch Oost-Afrika, Togo en Kameroen C- mandaten o. a. Duitsch
Z. W. Afrika, Duitsch Nieuw-Guinea en de Duitsche eilanden in den Pacific.