Het is bekend, dat op 4 Augustus 1914 de bevelhebber der vesting Luik, generaal Leman, bij middel eener vliegduif het bericht ontving, dat de Duitschers onze grens overgekomen waren. Deze duif werd gelost door de wacht lanciers, opgesteld langs onze Oostergrens. Korten tijd nadien was deze groep totaal afgezonderd en bleef dit handjevol dapperen niettemin den vijand bestoken. Het gelukte hun na verloop van verscheidene dagen nog steeds berichten, door middel van vliegduiven, aan onzen legerstaf te zenden. Tijdens de gevechten rond Antwerpen werden insgelijks de verzamelingen van sommigen onzer bekende lielhebbers ten dienste van het leger gesteld. Deze duiven waren de zekere vliegboden voor den bevelhebber onzer versterkte vesting. In Frankrijk werden de duiven niet alleen gebezigd bij het gewone veldleger, doch ook de vloot en het vliegwezen maakten er een gretig gebruik van. Duizenden onzer gevleugelde vrienden waren aan de daartoe bijzonder ingestelde diensten der legeraf delingen toevertrouwd. De eigenaardige krijgsduivenhokken ver toonden zich over de gansche frontlijn, van de Vogezen tot aan de Noordzee, bij de Fransche troepen in Italië en aan het front der Dardanellen. In de annalen van het leger onzer Zuiderburen treft men dan ook een overvloed van feiten, waaruit klaar als het zonlicht blijkt, welk een rol van onschatbare waarde de duif, als verbin dingsagent vervuld heeft. Eene lezing uit deze prachtige en tevens diep aangrijpende bladzijden, zou zeker bij menigen onver schillige de waardeering voor den kostelijken vogel doen wortel vatten. Het meesterlijke boek „Le pigeon Voyageur" van den heer Louis Pallier, algemeen voorzitter der nationale federatie van dui- venliefhebbers-vereenigingen in Frankrijk, bevat dienaangaande eene treffende reeks dezer duiventelegrammen, die elk op zich zelve eene boeiende bladzijde geschiedenis voor onze sport uit maken. Wij vinden er in het alarmgeroep van een vooruitgeschoven groep strijders die dringend versterking vragen om de omsinge ling te ontkomen, die hen dreigt; de bede van een officier om met alle mogelijke haast zijne ge wonde en verminkte dapperen te laten weghalen het triomfgeschal van een regiment-overste, welke het bij middel van zijn gevleugelde bondgenoot uitgalmt, dat zijne man schappen een stukje van den Vaderlandschen grond aan den over weldiger ontrukt hebben. Het zijn de juiste en onschatbare inlichtingen door een ver- kenningspost aan den legerstaf verstrekt, die zullen toelaten een dreigend gevaar af te wenden, waardoor tientallen wapenbroeders van gevangenschap zullen gevrijwaard blijven. 755

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 65