771 Van de prostituees is 79 pCt. geïnfecteerd. De Europeesche militairen leven grootendeels in concubinaat met Anamitische vrouwen, die het ook met den huwelijkstrouw niet altijd even nauw nemen, met de gevolgen van dien. De maatregelen tot bestrijding der geslachtsziekten onder de militairen zijn op het oogenblik de volgendeelke maand hygiënische inspectie voor alle militairen. Van tijd tot tijd onverwachte inspecties, waardoor de veelvuldige pogingen tot clandestiene behandeling volgens Chineesch-anamitische methoden zooveel mogelijk worden voorkomen. Zoolang de lijders nog infectieus zijn, blijven zij, voor zoover niet in het hospitaal opgenomen, geconsigneerd in de kazerne. Het veelvuldig houden van appèls belet ontduiking van dezen maat regel. Wandplaten, welke den man waarschuwen tegen de gevaren der ge slachtsziekten zijn opgehangen in de soldatenkamers en ontspanningslokalen. Voorts worden door de doktoren geregeld voordrachten over dit onderwerp gehouden. Het werken op het gemoed van de menschen, door hen te wijzen op de toegebrachte schade aan lichaam en geest, op het misdadige van het verder verbreiden van de infectie, enz., enz., bleek in dit milieu weinig doeltreffend. Bij de poort van elk kampement bevindt zich een „cabine sanitaire", waar door den dienstdoend ziekenverpleger o. m. een vertrouwelijk register wordt aangehouden van de namen dergenen, die van deze prophylaxiskamer gebruik maken. Europeesche korporaals en manschappen, die behept bevonden worden met een venerische ziekte en van wie blijkt, dat zij gedurende de periode direct daaraan voorafgaand niet van een der prophylaxiskamers hebben gebruik gemaakt, worden gestraft met de mutatie „het niet opvolgen van voorge schreven hygiënische maatregelen". In een volgend hoofdstuk beschrijft Roche de bij het legioen van Tonkin waargenomen zenuw- en zielsziekten. Het groote aantal zelfmoorden leidde tot het instellen van een onderzoek. Het desbetreffend rapport vermeldt als voornaamste oorzakelijke momenten: de deprimeerende werking van het tropi sche klimaat, intoxicaties (alcohol, opium), de eentonigheid op sommige posten, tenslotte soms een zware erfelijke belasting. Ter verbetering beveelt schrijver aanregelmatige afwisseling van de uit rukkende diensten met de noodige ontspanning, het stimuleeren van het zich eigen maken van bijzondere kundigheden (zoowel op militair als civiel gebied), waarbij voor elkeen worde rekening gehouden met hun specialen intellec- tueelen of practischen aanleg. Een en ander ware aan te moedigen door het in uitzicht stellen van belooningen na een met succes afgelegd examen. Nauw keurig moet worden toegezien op de geestelijke en lichamelijke gesteldheid der militairen en afwijkingen daarvan direct gerapporteerd, waartoe een goed contact van het hooger kader met den troep onontbeerlijk is; ten slotte kan men door medische beïnvloeding trachten den man weer in evenwicht te brengen, hetgeen in de praktijk geen gemakkelijke taak blijkt. In het laatste hoofdstuk veimeldt de schrijver o. a. tien gevallen van honds dolheid bij militairen. Het voorkomen daarvan wordt in de hand gewerkt, doordat het vrijwel onmogelijk is de inheemsche bevolking de desbetreffende administratieve voorschriften te doen opvolgen. In groote kudden zwervende honden vrij rond in de dorpen, op het land en zelfs in de steden. Zoodra een mili tair gebeten is door een dier verdacht van hondsdolheid, wordt hij onmiddellijk naar Hanoi geëvacueerd, waar de zetel is van het dichtst bijzijnd instituut Pasteur. Voorts wijst Roche erop, dat de tetanus in Tonkin veel meer slachtoffers maakt dan in Europa. Dikwijls treedt de aandoening op in aansluiting aan tegen malaria gegeven intramusculaire chinine-injecties. Aan het slot van zijn studie bepleit schrijver de noodzakelijkheid van een uiterst strenge keuring bij légionnaires, bestemd voor het Verre Oosten. De weinig gunstige algemeene gezondheidstoestand is volgens hem niet alleen te wijten aan de frequente' venerische besmettingen en de diverse intoxicaties (alcohol, opium), maar evenzeer en bovenal aan het feit, dat de naar het Verre Oosten uitgezonden militairen daar dikwerf reeds met een, door een voor afgaand verblijf te Marokko of de Levant ondermijnd gestel, aankomen. T. v. P.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 81