voorstellen naar den Minister van Koloniënde minister evenwel
beschikte op het einde van 1871 afwijzend
Dit is te meer bevreemdend, daar men toen in Europa juist
de oorlogen van 1866 en 1870/71 had aanschouwd.
De beslissende stoot tot de oprichting van den generalen
staf zou door de gebeurtenissen in Indië zelve gegeven worden
Na den ongelukkigen afloop van de 1ste Atjeh Expeditie werd
in Juni 1873, onder nadere goedkeuring des Konings, op initiatief
van Generaal Verspijck het „Bureau voor krijgstoerustingen op
Noord-Sumatra" opgericht.
In de oprichting van dit bureau waar o. m. de voor de 2de
Atjeh Expeditie bestemde stafofficieren theoretisch en practisch
op hunne gedurende dezen veldtocht te vervullen taak zouden
worden voorbereid ligt de feitelijke wording van het Indische
hoofdbureau van den generalen staf of Vile Afdeeling van het
Departement van Oorlog.
Ook in Holland begon men nu de dringende noodzaak van
het oprichten van een staforgaan in te zien.
In Juli van het jaar 1873 wenschte de Minister een bureau in
het leven te roepen, bestaande uit 1 majoor en 5 kapiteins, dat
tot taak zou hebbenhet verzamelen van alle aardrijkskundige,
statistische en strategische gegevens, die van nut kunnen zijn bij
verdediging tegen buitenlandschen en oorlog tegen inlandschen vijand.
In het begin van Augustus van dat jaar schreef de Minister,
dat hij dezen maatregel als een voorbereiding tot de oprichting
van een generalen staf beschouwdealvorens den staf goed te
kunnen doen functionneeren, moest dat bureau het centrum zijn,
waar alle inlichtingen te bekomen waren omtrent alles wat uit
militair oogpunt voor de leiding van expedities en de landsver
dediging van belang kon zijn. Dit bureau vertoonde veel over
eenkomst met het door Generaal de Stuers gewenschte statis
tische bureau.
Heel spoedig echter veranderde de Minister van inzicht, want
op 16 Augustus reeds kwam het Koninklijk Besluit tot stand,
dat de oprichting van den generalen staf voor het leger in Ne-
derlandsch-Indië regelde. Met eenige wijziging werd dus thans
het voorstel van den Generaal Kroesen aangenomen.
Uit hetgeen hierboven aan het Koninklijk Besluit tot oprichting
van den generalen staf werd ontleend, kan blijken, dat uitgegaan
werd van de volgende grondgedachten
a. de generale staf omvat het hoofdbureau, een topografisch
bureau en de militaire verkenningen, en vormt een afzonderlijke
(Vilde) Afdeeling van het D. v. O.
b. de legercommandant is, voor zoover daarin niet anders
mocht worden voorzien, tevens chef van den generalen staf
784