Ook het tweede bezwaar is eerst na verloop van langen tijd weggenomen zooals straks nader zal worden besproken. Van zijn 3e tot zijn 34e jaar beleefde de generale staf geen ingrijpende gebeurtenissen. De kleine veranderingen die hij on derging, waren 1882. de legercommandant krijgt een afzonderlijken adjudant, niet van den generalen staf; de gewestelijke dienst wordt uitgebreid met 1 kapitein van den generalen staf (Atjeh) 1887. de Chef van den generalen staf kan ook generaal-majoor zijn 1889. de adjudant van den legercommandant kan ook stafofficier zijn 1901. de Chef van den generalen staf voorzitter van de nieuw opgerichte Permanente Militaire Spoorwegcommissie. 1903. uitbreiding van het hoofdbureau met 1 kapitein 1904. uitbreiding van het hoofdbureau met 1 burgerambtenaar, bibliothecaris Het jaar 1907 bracht de scheiding tusschen den topografischen dienst en den generalen staf. De topografische dienst werd een afzonderlijke afdeeling van het Departement van Oorlog (IXe Afdeeling). Deze afscheiding werd reeds voorbereid in 1889 toen bepaald werd, dat de officieren van den topografischen dienst alleen tot den generalen staf zouden behooren, als zulks bepaaldelijk was uitgedrukt in het besluit of de beschikking, waarbij zij werden aangewezen om werkzaam te zijn bij den topografischen dienst, waarop in 1894 een tweede stap volgde, waarbij bepaald werd dat de directie van den topografischen dienst voortaan naast den generalen staf zou staanzij bleef echter nog wel tot de Vilde Afdeeling van het Departement van Oorlog behooren. De laatste stap bracht de totale scheiding. De Chef van den Staf werd daardoor van veel technischen arbeid ontlast, hetgeen zeer zeker voordeelen met zich medebracht, doch het gevaar was niet denkbeeldig, dat de legerbelangen, wat de kaarteering betreft, op den achtergrond zouden geraken. Hoe wel thans in deze aangelegenheid is voorzien door desbetreffende bepalingen in de Instructie van het Hoofd van den Topografi schen Dienst (A. O. 1926, No. 5, Bijlage K, artikelen 16 en 17) blijft zij nog steeds alle aandacht vereischen. Staatsblad 1907 No. 242, waarin deze scheiding was opgenomen, bepaalde voorts, dat de generale staf zou zijn samengesteld uit le. het hoofdbureau, 2e. den gewestelijken dienst, welke dienst tevens werd uitgebreid met 1 kapitein van den generalen staf voor de in 1906 nieuw ingestelde 4e Militaire Afdeeling. 787

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 17