cursus aan de Krijgsschool, waar zij echter aanvankelijk ook uit sluitend den Nederlandschen leergang volgden. Na de reorganisatie van de Krijgsschool tot een Hoogere Krijgs school met 3-jarigen cursus (wet op het militair onderwijs 1890 geopend 1 October 1891), werd tegen laatstgenoemden datum een tweede kapitein van den generalen staf van het Nederlandsch- Indische Leger aangevraagd, alsmede tegen 1 September 1892 een kapitein-intendant van het Nederlandsch-Indische leger als intendance-leeraar. De beide stafofficieren van het Nederlandsch-Indische leger kregen tot taak het les geven in a. strategie en krijgsgeschiedenis (behalve voor het eerste studie jaar) en land- en volkenkunde van Nederlandsch-Indië b. tactiek, leer van het krijgswezen en stafdienst. In het eerste studiejaar volgden de Indische leerlingen echter strategie en krijgsgeschiedenis, alsmede artillerie, militaire aardrijks kunde en statistiek met de Nederlandsche klasse, welke vakken dus den gemeenschappelijken onderbouw vormden. Voorts werd het onderwijs in Westersche talen en Javaansch facultatief gesteld, daarentegen was staats- en administratief recht (gedoceerd door een hoogleeraar) verplicht. In den loop der jaren werd de studie aan de Hoogere Krijgsschool voor de Indische leerlingen omvangrijker. Naarmate de vestiging van het Nederlandsche Gezag in de Buitengewesten vorderde, kon meer aandacht worden besteed aan de verdediging tegen een Buitenlandschen Vijand; de defensieplannen van Neder landsch-Indië en de oefeningen op de kaart eischten meer tijd, zoodat de behoefte aan een derden Indischen leeraar zich hoe langer hoe sterker deed gevoelen. Eerst in 1913 werd deze uitgezonden en kon een gelijke werk- verdeeling worden opgesteld als reeds tal van jaren bestond voor den Nederlandschen leergang, n. 1. één leeraar voor tactiek en tactische oefeningen, de tweede voor krijgsgeschiedenis en militaire aardrijkskunde, de derde voor stafdienst (ook op de kaart), leer van het krijgswezen en legerverpleging. Als gevolg van de mobilisatie, werd de Hoogere Krijgsschool 1 Augustus 1914 geschorst. Alle officieren van het Nederlandsch- Indische leger werden bij het Nederlandsche leger ingedeeld, veelal in verantwoordelijke betrekkingen. Door den langen duur van de mobilisatie dreigden in Neder landsch-Indië moeilijkheden te ontstaan bij de aanvulling van den generalen staf en de intendance. De Minister van Koloniën stelde daarom in 1916 voor om aan de Hoogere Krijgsschool een cursus te openen alleen voor officieren van het Nederlandsch-Indische Leger, doch de Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht (Generaal Snijders) had hiertegen vele 792

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 22