oog te houden en den blik te b 1 ij v e n richten, in eiken sector
van onze werkzaamheid, op datgene, waarom het gaat!
GEEST VAN HET LEGER.
Waar gaat het om
PARAATHEID NAAR BUITEN.
Waar gaat het om
En bovenal
PARAATHEID NAAR BINNEN.
Waar gaat het om
Want nimmer, Excellentie, zal de generale staf uit het oog verlie
zen, dat VOOR EN BOVEN ALLES het er om gaat, ORDE EN
RUST TE HANDHAVEN IN DEZE GEWESTEN, WAAROVER
ONZE DRIEKLEUR WAPPERT, FIER EN VOOR ALTIJD
Alsnu trad naar voren de kapitein Van den Hoogen-
b a n d, die in opdracht van den landvoogd bij het 60-jarig bestaan
van den staf de gelukwenschen van Zijne Excellentie kwam aan
bieden. Tevens was spreker, zoo zeide hij, opgedragen den
generaal Boerstra met de hem te beurt gevallen onderscheiding
te complimenteeren en den chef van den staf als persoonlijk
geschenk van Zijne Excellentie den Gouverneur-Generaal het
ridderkruis van de Orde van den Nederlandschen Leeuw te over
handigen. Hetgeen daarbij geschiedde.
De generaal Boerstra verzocht, Zijner Excellentie den eerbie
digen dank van den generalen staf te willen overbrengen en
betuigde zijn erkentelijkheid voor de buitengewone attentie van
Zijne Excellentie jegens hem persoonlijk.
De kapitein ter zee F.W. Coster beschouwde het als een buiten
gewoon voorrecht, zich te mogen kwijten van een opdracht, hem
verstrekt door den admiraal der zeemacht, om den generaal Boerstra
van den generalen staf de gelukwenschen te mogen overbrengen
bij de viering van dit 60-jarig bestaan.
De marine-staf (waarvan spr. chef is), veel jonger in jaren,
beschouwt den generalen staf als een ouderen broeder, zoo zeide
spreker, wien het gelukt is, zich een traditie te vestigen. Ik wensch,
aldus de heer Coster, dat deze traditie zich nog in lengte van
jaren moge handhaven.
Generaal Boerstra antwoordde, het ten zeerste op prijs te
stellen, dezen gelukwensch in ontvangst te hebben mogen nemen,
verzocht Zijne Excellentie den Commandant der Zeemacht den bij
zonderen dank van den generalen staf te willen overbrengen en
gewaagde van de bestaande samenwerking, waarvan hij ook voor
de toekomst veel hoopte.
802