kenners dikwijls mede tot taak krijgen, zich dergelijke kaarten
te verschaffen.
Voor opdrachten op grooten afstand moeten de patrouilles z.m.
onder commando van een officier staan en zullen bestaan uit
wielrijders, waarbij op zijn minst lichte mitrailleurs zijn ingedeeld,
terwijl, indien ter beschikking, indeeling van pantserauto's zeer
wenschelijk is.
In plaats van door wielrijders kan de verkenning ook plaats
vinden door infanterie, welke met auto's of bussen naar het te
verkennen terreingedeelte vervoerd wordt.
Indien een bepaald stadsgedeelte zwaar bezet is en men met
in staat is b.v. door een gewelddadige verkenning met behulp van
pantserauto's voldoende gegevens te verkrijgen, dan zullen soms
vliegtuigen met succes gebruikt kunnen worden voor de verkenning
van eventueel aangelegde barricades.
Vooropgesteld zij, dat de taak van verkenningspatrouilles bestaat
uit waarnemen, gevolgd door het snel verzenden van berichten,
ergo moeten zij gevechten met verzetslieden, tenzij uit noodweer,
vermijden.
De patrouilles zullen eveneens niet in onderhandeling treden
met burgers of gesprekken met hen aanknoopen. Veelal zal dat
een volksoploop veroorzaken met als gevolg de kans op over
valling en ontwapening.
Wat betreft het gebruik van de vuurwapenen en handgranaten
zij het volgende vermeld:
Reeds Napoleon huldigde de theorie bij het bestrijden van
oproerlingen„Het eerste salvo raak, het 2e over de hoofden^
V. P. T. L. punt 9. (7) geeft in het kort aan„Geen salvo's in
de lucht". (Tangerang heeft ons voldoende geleerd).
Volgens de Nederlandsche „Handleiding beteugelen woelingen
moeten bij salvo's de beenen als mikpunt genomen worden.
Een ruim gebruik van handgranaten wil men wel eens tegen
gaan met het oog op de bloedige tooneelen, welke zich daarbij
kunnen afspelen. Oogenschijnlijk legt het V. P. T. L. die beperking
ook op.
Art. 9 c. punten (2) en (3) luiden n. 1.,,Van handgranaten mag
eerst worden gebruik gemaakt op uitdrukkelijk bevel van den
Commandant van de, voor het verleenen van den bijstand aange
wezen troepen ter plaatse!" en „Dat gebruik moet in het algemeen
beperkt blijven tot de gevallen:enz.".
Later staat in de punten (4), (5) en (6) aangegeven in wélke
gevallen, n. 1.
1. Het hernemen van door de verzetspartij bezette steenen ge
bouwen.
2. Het doorzoeken van steenen gebouwen, waarin de aanwe
zigheid van verzetslieden op goede gronden wordt vermoed.
817