1. Verzetslieden. (Gegevens voorzoover van belang voor de be velsontvangers en hun nog niet bekend.) 2. Eigen toestand en voornemens. 3. Het plan, dat de commandant op grond van de ontvangen opdracht en binnengekomen berichten heeft ontworpen en de wijze, waarop de afdeelingen in verband daarmede zullen optreden. 4. Wijze van uitvoering. Achtereenvolgende scherpe omschrijving van de taak, welke aan ieder ondercommandant bij de uitvoering van de taak wordt opgedragen. 5. Bepalingen betreffende verkenning en beveiliging. Voorts eventueele gegevens voor aanvulling strijdmiddelen, verpleging, geneeskundigen dienst, krijgsgevangenen, commando post, terwijl bij het bevel de daarbij behoorende schetsen worden uitgegeven, voorzoover dit nog niet is geschied. Moet een oord binnengerukt worden, waar het uitbreken van ernstige woelingen wordt gevreesd, dan zijn daarvoor de gunstige tijdstippen de eerste morgenuren en indien er sprake is van een fabrieksstad, gedurende de uren, dat de bevolking aan het werk is, tenminste indien de fabrieken nog in bedrijf zijn. Z. m. zal de commandant officieren in burgerkleeding voor uitzenden, welke met de betrokken autoriteiten de maatregelen bespreken, welke noodig zijn voor een ongestoorden opmarsch voor de troepen. Voor het binnenrukken zal de commandant de door deze of ficieren verkregen inlichtingen in ontvangst nemen en zich tevens in verbinding stellen met de hoogste militaire of burgerautoriteiten ter plaatse. Ook in dit geval zijn de voornaamste gegevens welke hij noodig heeft Algemeene toestand. Verblijfplaats van den troep. Opmarschweg daarheen. Gezindheid bevolking, speciaal in de omgeving van het troepen- verblijf, terwijl bij voorkeur reeds vóór het binnenrukken maat regelen genomen worden om direct de regeeringsgebouwen, gemeentehuis, post- en telegraafkantoren, banken, electrische centrales, wapen- en munitiemagazijnen te bezetten dan wel te versterken. Voorts zullen de volgende maatregelen moeten worden genomen 1. Inlevering vorderen van wapens en munitie van de bevolking. 2. Tegengaan van de verspreiding van opruiende pamfletten en censureeren van de pers. 3. Waarschuwingsdienst instellen. 819

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 49