Zoolang de aanvoer van versche gist, welke tegenwoordig op Java uit melasse wordt gefabriceerd, verzekerd is, kunnen de aardappelen, hopbloesem en witte suiker ten deele vervallen. De versche gist blijft ehter slechts enkele dagen goed en moet op een koele plaats (liefst in een frigidaire) worden bewaard. Men zal dus goed doen steeds op het gebruik van hopgist te rekenen. Slachterij. Een slachterij wordt alleen opgericht, indien het vleesch den troep binnen 12 uur kan bereiken. Is dit niet het geval, dan zal de slachterij meer naar voren moeten worden verplaatst. Uiteraard verdient het aanbeveling partij te trekken van even tueel ter plaatse aanwezige abattoirs. Het veldleger verbruikt dagelijks bijna 9000 kg vleesch. Daar voor zijn 100 Javaansche runderen noodig. Het slachten mag niet langer dan ongeveer 4 uren duren, aangezien de eerstgeslachte beesten anders te lang hangen, vóór het vervoer aanvangt. Aangenomen kan worden, dat 1 slager en 1 helper ongeveer 1 uur noodig hebben voor het slachten van een rund, zoodat 25 slagers en 25 helpers noodig zijn, benevens 30 stel slacht- gereedschap. Indien het vleesch per spoor moet worden vervoerd gebruike men G.- of V.-wagens, voorzien van vleeschhaken. In een 10-tons wagon kunnen dan worden vervoerd 24 voor- en 24 achterbouten, dus 12 runderen. Voor de behoefte van het veldleger zijn dus 8 a 9 van die wagons noodig. Veepark. Vooral in een vee-arm gebied is inrichting van een veepark een noodzakelijk kwaad, dat men echter zooveel mogelijk zal dienen te beperken. Voor 8 dagen vleeschvoorraad zijn immers reeds 800 Javaansche runderen (dan wel 500 Balineesche of 450 Bastaard-runderen,, of 600 buffels) noodig. Het onderhoud van een dergelijken veestapel vereischt een groote hoeveelheid voeder, nl. per rund en per dag 25 kg gras of 5 kg hooi, desnoods gedeeltelijk te vervangen door melasse (uit suikerfabrieken), maisstengels e. d. Ook moet voldoende water aanwezig zijn, n. 1. 30 a 40 1. per rund en per dag. De verzorging van dit vee vereischt voorts een 20-tal koelies onder toezicht. Het veepark dient z. in. te worden ingericht ter plaatse, waar geslacht wordt. Indien dus het slachten niet op het A. P., doch verder naar voren plaats heeft, hetgeen wel regel zal zijn, zal ook het vee park z. m. naar voren worden verschoven. 845

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 75