zamelen en te verplegen, ongeacht de nationaliteit waartoe zij
behooren.
Voorts werd ook toen reeds als symbool van de neutraliteit
en onschendbaarheid van de geneeskundige organisaties te velde,
het Roode Kruis op een witten ondergrond, de onderling verwis
selde kleuren van 'de Zwitsersche vlag, aangenomen.
Niet alleen de militaire geneeskundige diensten werden gerech
tigd dit embleenii te voeren, doch eveneens die vereenigingen voor
vrijwillige ziekenverpleging, welke door de regeeringen van hun
land zouden worden toegelaten tot het verleenen van hulp op het
slagveld.
Zoo kwam het, dat deze hulporganisaties, die in de meeste
Europeesche landen, dank zij de intensieve propaganda van
Dunant, Moynier en hun medestanders, als paddestoelen uit den
grond verrezen, van den beginne af aan werden aangediend als
„Roode Kruis"-vereenigingen.
Op analoge wijze heeft het in 1863 door Gustave Moynier
opgerichte voorloopige comité van vijf leden, thans algemeene
bekendheid verkregen onder den naam van „het internationale
roode kruis-comité", le comité international de la croix rouge.
Dit internationale comité werd door de diplomatieke conferentie
van 1864 uitgenoodigd permanent werkzaam te blijven als trait
d'union, in het belang van de handhaving en de ontwikkeling van
het wederkeerig contact tusschen den nationale roode kruis-
comités der verschillende landen onderling.
Tot verwezenlijking van dit doel nam het Comité international
het initiatief tot het doen houden van periodieke Internationale
Roode Kruis-conferenties. Hieraan nemen deel zoowel vertegen
woordigers van nationale Roode Kruisorganisaties, alsook afge
vaardigden der respectievelijke regeeringen van de landen, die de
Geneefsche conventie onderteekenden.
De eerste dezer internationale conferenties werd gehouden te
Parijs in 1867, de volgenden te Berlijn, Genève, Karlsruhe, Rome,
Weenen, St. Petersburg, Londen, Washington, daarna weer drie
maal te Genève en tenslotte de XHIe in 1928 te 's-Gravenhage
en de XlVe in 1930 te Brussel. Op deze laatste bijeenkomst
werd besloten de XVe conferentie te doen plaats vinden te Tokio
in 1934.
Het aantal nationale Roode Kruisvereenigingen nam in den loop
der jaren steeds toe. Thans bedraagt het officieel erkende aantal
57. Vijf hiervan, het Amerikaansche, Belgische, Britsche, Fransche
en Nederlandsche Roode Kruis, omvatten bovendien min of meer
belangrijke dochterorganisaties in hun respectievelijke koloniën.
Enkele bijzondere voorwaarden, waaraan een nationale Roode
Kruis-vereeniging moet voldoen, mogen hier in het kort worden
vermeld.
852