1). Een nationale Roode Kruisorganisatie kan slechts worden op gericht in een land, waar de conventie van Genève van kracht is, en waar nog geen andere analoge erkende organisatie bestaat. 2). De nationale Roode Kruisvereeniging moet door de regeering van haar land worden erkend als officieele hulporganisatie voor den militair geneeskundigen dienst in tijd van oorlog. 3). Zij moet als embleem aanvaarden het Roode Kruis op witten ondergrond. 4). Het lidmaatschap der vereeniging moet zijn opengesteld voor alle landsonderdanen, zonder eenig voorbehoud te maken ten aanzien van hun geslacht, godsdienst ot politieke overtuiging. 5). Haar statuten moeten dusdanig zijn geredigeerd, dat daardoor geen enkele taak van medisch werk in verband met de taak in oorlogstijd, wordt uitgesloten. 6). Zij moet zich reeds in vredestijd op haar oorlogstaak voor bereiden. Hoewel dus de primaire doelstelling der Roode Kruisvereenigin- gen gezocht moet worden in haar oorlogstaak, verrichten de meeste organisaties ook in tijd van vrede zeer nuttig werk, zooals hulp verleening bij rampen, oprichten van eerste hulpposten langs groote verkeerswegen, het geven van cursussen voor verplegings- personeel, het propageeren van hygiënische begrippen omtrent kleeding, voeding en levenswijze, speciaal onder de schooljeugd, enz. enz. Keeren we na deze uitweiding over de werkzaamheden dei- nationale roode kruisverenigingen terug naar het Internationale Roode Kruis Comité, gezeteld te Genève. Het aantal leden heeft zich van het oorspronkelijke vijftal in 1864 uitgebreid tot vijf en twintig op dit oogenblik. Hiervan zijn 5 eereleden. Allen zijn volgens de statuten Zwitsersch burger. De eerste president Gustave Moynier werd in 1910 opgevolgd door Gustave Ador, den lateren Zwitserschen Bondspresident en deze laatste na zijn dood in 1928 door den tegenwoordigen func tionaris Max Huber, die tevens rechter en president is van het Permanente Hof voor Internationale Justitie te 's-Gravenhage. De werkzaamheden van het Internationale Roode Kruis-comité zijn in het kort samen te vatten als volgt a. Het bevorderen van de toetreding van zooveel mogelijk geci viliseerde staten tot de conventie van Genève en het stiinu- leeren van het Roode Kruis-werk in die landen. b. Het waken voor de ongerepte handhaving van de oorspron kelijke doelstellingen van het Roode Kruis. 853

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 83