De bedoeling van dit streven is, de kinderen reeds vanaf hun prille jeimd hel belang voor te houden van gezonde gewoonten het kweekt een geest van hulpvaardigheid en van goede inter nationale verstandhouding in stede van internationale animositeit. Al de tot nog toe genoemde Roode Kruisorganisaties zijn ten slotte ondergeschikt aan één hoogste autoriteit in de Roode Kruis- wereld, dat is de Internationale Roode Kraisconferentie. Haar beslissingen zijn bindend voor allen. Zij alleen heeft het recht opdrachten te geven zoowel aan het Internationale Comité, aan de Liga, als aan de nationale vereenigingen. Deze internationale conferenties komen tegenwoordig om de vier jaren samen of zoo de omstandigheden het bepaald noodig maken, om de twee jaar. Ook in de vierjarige intervallen tusschen de conferentiezittingen blijft tegenwoordig een zgn. „commission permanente" bestaan. Deze commissie heeft onder meer tot taak de noodige continuïteit in de voorbereiding voor de volgende con ferentie te bewaren. Zij bestaat uit 5 vertegenwoordigers van nationale Roode Kruis organisaties, 2 afgevaardigden van het internationale Roode Kruis- comité en 2 gedelegeerden van de Liga. Onder voorbehoud van hooger beroep op de internationale conferentie, heeft deze Permanente Commissie de bevoegdheid te beslissen in alle «meningsverschillen van welken aard ook, die zich mochten voordoen met betrekking tot de interpretatie en applicatie van de statuten van het Roode Kruis, alsmede over alle vraagstuk ken, die bij haar door het Internationale Comité of de Liga worden voorgebracht. Na dit overzicht in vogelvlucht van de internationale oiganisatie van het Roode Kruis, moge nog in het kort haar aandeel in de totstandkoming van de laatste Conventie van Genève tot ver betering van het lot van gewonden en zieken in de legers te velde, worden gememoreerd. De eerste Conventie van Genève van 1864 vond in de daarop volgende oorlogen, o. a. de Fransch-Duitsche van 1870 toepas sing waarbij langzamerhand zooveel leemten in en bezwaren tegen verschillende harer bepalingen aan het licht kwamen, dat op de eerste vredesconferentie van 1899 dan ook de wensch naar voien kwam om te geraken tot een algeheele herziening van het Ver drag, welke tenslotte zeven jaar later op den zesden Juli 1906 te Genève tot stand kwam. Het was deze tweede Conventie van 1906, naar welke in den jongsten wereldoorlog van 1914 '18 werd gehandeld. In verband met de toen zoozeer van vorige oorlogen afwijkende omstandigheden kan het geen verwondering baren, dat wedeiom 857

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 87