de wenschelijkheid van herziening van bepalingen eenerzijds en in het leven roepen van nieuwe voorschriften anderzijds, allerwege werd gevoeld. En ook nu was het weer de internationale conferentie van Roode Kruisvereenigingen, de tiende sinds 1864 en de eerste, welke na den oorlog, namelijk in 1921 te üenève bijeenkwam, die het eerste ontwerp voor een nieuwe conventie samenstelde. Door de Xlde internationale Roode Kruisconferentie, eveneens te Genève gehouden, werd dit ontwerp in 1923 nader gewijzigd en aangevuld. Daarna werd het door bemiddeling van den Zwitserschen Bondsraad ter kennis gebracht van de verschillende regeeringen. Deze kregen zoodoende volop gelegenheid voor rustige bestudee ring en het maken van op- en aanmerkingen. Deze op- en aanmerkingen werden door de Zwitsersche regee ring wederom in ontvangst genomen, artikelsgewijs geordend en voor de tweede maal aan de diverse regeeringen toegezonden. Toen dan ook, op uitnoodiging van den Zwitserschen Bondsraad, de gevolmachtigden der verschillende regeeringen op den eersten Juli 1929 te Genève ter zoogenaamde diplomatieke conferentie bij eenkwamen, ter vaststelling van een nieuwe (derde) conventie, hadden zij dus alle gelegenheid gehad om van de verschillende voorstellen, die ter conferentie besproken zouden worden, van te voren kennis te nemen. Dit is dan ook de reden, waarom deze conferentie, in afwijking van den gebruikelijken gang van zaken, zulk een buitengewoon vlot verloop had. Slechts twee algemeene vergaderingen, namelijk een openings- en een sluitingsbijeenkomst werden gehouden, en reeds op den 27sten Juli 1929 was de nieuwe conventie gereed gekomen en onderteekend door de vertegenwoordigers van 47 regeeringen. Naast de herziening van de Conventie van Genève had de diplomatieke conferentie nog tot taak, het vaststellen van een Verdrag betreffende de behandeling van krijgsgevangenen. Behalve de regeeringen van 47 landen waren op de diplomatieke conferentie te Genève nog officieel vertegenwoordigd de Volken bond, de Souvereine en Militaire Orde va.n Malta en last not least het Comité International de la Croix Rouge. De conferentie werd plechtig geopend door den Zwitserschen Bondspresident. Voorzitter werd de heer Paul Dinichert, hoofd van de afdeeling buitenlandsche zaken van het Zwitsersche politieke departement het ondervoorzitterschap der conferentie werd aan geboden en aanvaard door Hare Majesteits gezant te Bern, Mr. Dr. W. J. Doude van Troostwijk, hoofd der Nederlandsche delegatie. De Nederlandsche afvaardiging bestond verder, naast den reeds genoemden voorzitter en den majoor van den generalen staf J. 858

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 88