864 Zoo spoedig mogelijk moeten zware infanteriewapens, mijnenwerpers en artillerie den aanval steunen. Daar de artillerie grootendeels aan de wegen gebonden is, zal deze doorgaans, alvorens voorwaarts te kunnen gaan, moeten wachten totdat de hindernissen zijn opgeruimd; werkeloos behoeft de artillerie echter met te blijven, zoo noodig zal zij indirect vuur op groote afstanden moeten afgeven. In elk geval moet verbindingspersoneel met veel verbindings middelen aan de voorste troepen worden medegegeven. Vóór de hindernis moet een politiedienst worden ingesteld met opdracht.' a) het masseeren van troepen voor de hindernis te voorkomen met het oog op het door den vijand vermoedelijk af te geven storingsvuur, b) een ver keersregeling in te stellen langs de nieuw opengestelde wegen om onston- pmgen te vermijden. In het zeer lezenswaardig artikel is in beknopten vorm een uitgebreide stof behandeld. Mechaniseering. Revue de Cavalerie, Maart/ApriM933. Le Tir en Marche dans les Unites d Autos-mitrailleuses, door Lieutenant d'Andoque. De thans van kracht zijnde reglementen kennen in beginsel slechts het vuren uit de pantserauto's in stilstand, tegenover doelen zooals lichte troepen, waarbij geen speciale anti-pantserwapens zijn ingedeeld. De nieuwe organisatie van de pantserauto's zal echter, als gevolg van het haar toegedachte gebruik „decouverte, reconnaissance et combat", meermalen zeer ernstige weerstanden tegenover zich kunnen krijgen, en het moet geenszins uitgesloten worden geacht, dat in de naaste toekomst hun pantser op 500 M. afstand doorboord zal worden door projectielen van de wapens, welke tegenover hen zullen worden gesteld. Hieruit volgt, dat de pantserauto's noodzakelijk een zwaardere pantsering zullen moeten verkrijgen, welke echter spoedig een limiet zal bereiken, wil de mobiliteit niet aan de zwaardere pantsering worden opgeofferd. Juist een groote mobiliteit is noodig in het gevecht en mag in geen geval verminderd worden omdat toch slechts stilstaande wordt gevuurd. De pantserauto s moeten onder het vuur van den vijand voorwaarts kunnen gaan, terwijl zij zelf ook vuren, hetgeen uiteraard niet uitsluit, dat ook meer malen stilstaande juistheidsvuur zal moeten worden afgegeven. Schr. gaat vervolgens na in welke gevallen „le tir en marche" mogelijk zal zijn bij de beveiliging en dekking namelijk: a) indien onverwachte ontmoeting met vijandelijke pantserwagens plaats heeft, b) bij een ontmoeting met een vijandelijke afdeeling, welke in marsch of m rust is, c) tijdens het uitvoeren van raids op de vijandelijke achterhoeden, en ten slotte bij de verkenning, zoomede tijdens het gevecht in alle gevallen, waarbij de mogelijkheid bestaat, dat zij onder vuur komen van de anti-tank wapens. Aan het vuur in beweging zijn echter ook ernstige moeilijkheden en be- zwaren verbonden en wel a) de groote moeilijkheid om het doel te zien en er op te richten, b) de correcties, welke aangebracht moeten worden als gevolg van de snelle wijziging in afstand tot het doel, c) doordat het terrein geen „biljartlaken" is, zullen de daardoor ontstane slingeringen en trillingen van de pantserauto de nauwkeurigheid van richten zeer bemoeilijken, d) doordat de toren slechts een zeer beperkte ruimte biedt, heeft de schut- t» wcmg bewegingsvrijheid en zal deze zoowel als de bestuurder moeite hebben zich staande te houden, waardoor weinig gelegenheid bestaat om met de wapens te „manoeuvreeren",

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 94