865 e) om de onnauwkeurigheid van het vuur in beweging te compenseeren, zal de vuurdichtheid vergroot moeten worden, waarvan een aanzienlijk grooter munitieverbruik het gevolg zal zijn. Niettegenstaande deze nadeelen zal het moreele effect op den vijand zeer groot zijn, ook de trefkans van het door den verrasten vijand afgegeven vuur zal in belangrijke mate verminderen. Na besproken te hebben op welke wijze de bovengenoemde nadeelen zijn te ondervangen, geef Schr. aan hoe met het in gebruik zijnde materieel vol doende resultaten met het vuur in beweging kunnen worden bereikt, n. 1. door a) het vuur in beweging slechts op korte afstanden (zelden boven de 500 m.) te gebruiken, b) het vuur in beweging uit te voeren bij voorkeur met de mitrailleurs, c) het vuur in beweging te verrichten met losstaand wapenhet vuur met vastgezet wapen is het meest werkdadig tegen materieele doelen, d) de correcties snel te schatten, e) zooveel mogelijk van lichtspoor- of rook-munitie gebruik te maken. v. V. Afweer van vechtwagens. Wehr und Waffen" No. 6 bevat een voortzetting van het artikel „Kampf- wagen-Abwehr", waarin thans kunstmatige terreinversterkingen, aangelegd om de natuurlijke afweermiddelen „im Sinne der Kampfhandlung auszugestalten in beschouwing worden genomen. Onderscheiden worden grondwerken, versterkingen in ijzer en beton, ver- hakkingen en mijnversperringen. Grondwerken. Oorspronkelijk paste men loopgraven toe van zoodanige breedte en diepte, voorzien van loodrechte wanden, dat zij voor tanks on- doorschrijdbaar waren. Later kregen deze werken meer de beteekenis van hindernissen, aangelegd met het doel den tankaanval gedurende korten tijd te stoppen met behulp van fascines e. d. diende het tankpersoneel zich over gangsplaatsen te scheppen zoodat de verdediger in de gelegenheid werd ge steld de noodige tegenmaatregelen te treffen. Ook thans nog bezitten deze loopgraven groote waarde. Het nadeel is echter, dat de arbeidsduur en de benoodigde werkkrachten niet in verhouding staan tot de te verwachten resultaten. Daarbij komt nog de moeilijke maskeering, zoodat zij een gemakkelijk doel worden voor de artillerie en de mijnenwer- pers. De aanleg is dan ook slechts te rechtvaardigen, wanneer het er om gaat openingen in een reeks natuurlijke hindernissen af te sluiten en nog slechts dan, indien op die plaatsen met zekerheid op een aanval kan worden gerekend. Een tweede soort aardwerken vormen de z. g. tankvallen, welke, mits op de juiste plaats aangelegd, veelal succes beloven. Zij worden toegepast o. a. in den vorm van overdekte uitgravingen, waarbij maskeering uiteraard een hoofdvereischte voor het verkrijgen van resultaat vormt. Het heeft weinig zin, deze hindernissen in beperkt aantal aan te leggen in het vrije veld omdat men er dan te gemakkelijk omheen trekt. Derhalve blijft de toepassing beperkt tot die plaatsen, waar tanks moeten passeeren, b.v. holle wegen, straten, waar bij met succes gebruik kan worden gemaakt van onder de straten uitgebouwde kelders der woonhuizen. Naast de reeds genoemde maskeering is combinatie met mijnen zeer gewenscht. Bovendien kan aan het aanleggen van een samenstel van, wat men zou kunnen noemen „anti-tankloopgraven", nog worden gedacht, indien daardoor de tank- aanval in een bepaalde richting, b.v. van de afweerwapens wordt geleid. De Engelschen pasten daartoe gedurende den grooten oorlog een tweetal, elkander kruisende loopgraven toe, welke zig-zagsgewijze op het eigen front toeliepen. Het groote nadeel wordt ook hier weder gevormd door den langen arbeidsduur en het groote aantal benoodigde werkkrachten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 95