3e. dat gevuurd wordt met gemiddelde tempo's van 3 (10,5 cm. Hw.), 5 (7,5 cm. Bg.) en 6 (7,5 cm. Vd.). Men zal er goed aan doen genoemde frontbreedten niet te ver- grooten, want een te zwakke neutraliseering kan den aanval in de kiem doen smoren ten koste van bloedige en moeilijk te herstel len verliezen. Wat is nu de capaciteit van ons regiment artillerie Bij den aan val van een divisie, welke als regel toch uitgevoerd zal worden met 2 regimenten infanterie op een frontbreedte van 1% a 2 km., kan dus slechts een „inleidende beschieting" (waarom kent ons Gev. Mob. A. dezen zoo duidelijk sprekenden term toch niet?) gegeven worden op een frontbreedte van 2 X 325 300 950 m., d.w.z. op het aanvalsfront van hoogstens één regiment infanterie. Moet echter bij den aanval de vijandelijke artillerie niet geneu traliseerd worden? Zeer zeker en als het kan zoo intensief mogelijk. Doch daarvoor is noodig dat de plaatsen van vijande lijke batterijen bekend zijn en dat daarop of op een hulpdoel de noodige schietgegevens zijn bepaald, anders heeft het afzon deren van contra-artillerie geen zin. Wordt aan deze voorwaar den voldaan, dan kan men 3 methoden volgen 'j 1. Vóór den aanvang van den aanval neemt elke af deeling een vijandelijke batterij onder vuur, neutraliseert deze en onder houdt de neutraliseering met 1 batterij, terwijl de andere 2 batterijen zich gereedmaken voor de inleidende beschieting. Deze methode heeft het nadeel, dat, aangezien de neutralisee ring als regel niet door alle afdeelingen in denzelfden tijd wordt bereikt, tijd verloren gaat alvorens de 3 afdeelingen gereed zijn voor de inleidende beschieting; dat deze door het ontbreken van de 3e batterijen minder effectief kan zijn en dat de vijand een waarschuwing krijgt dat er iets op handen is. 2. De inleidende beschieting wordt uitgevoerd door 2 afdee lingen, terwijl de 3e afdeeling tezelfdertijd contra-artillerie- werk verricht. Hierbij is echter de bestreken frontbreedte slechts ongeveer 600 m., hetgeen te weinig is voor den steun van den aanval van een regiment infanterie. Bovendien kan de 3e afdeeling slechts beginnen met het neutraliseeren van één vijandelijke batterij; eerst als hiermede resultaat bereikt is, kunnen 2 batterijen dier afdeeling een nieuw doel op zoeken, terwijl de 3e batterij de bereikte neutraliseering onderhoudt. 3. Alle 3 afdeelingen nemen deel aan de inleidende beschieting. Onmiddellijk daarna maakt de Afd. Hw. zich gereed voor het bevuren van de gevaarlijkste der reeds vroeger ontdekte vijandelijke batterijen, terwijl de afdeelingen van 7,5 cm. Aangenomen, dat geen artillerie buiten Divisieverband beschikbaar is. 884

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 10