bij kaartvuur na inschieten op een hulp- doel: 621(233) sch. van 7,5(10,5) cm. 538(202) sch. van 7,5(105) cm. d. Bij contra-artilleriewerk niet elke ontdekte batterij onder vuur nemen, doch overwegen welke batterijen voor onze eigen plannen het meest hinderlijk zijn en van welke onze troepen den meesten last ondervinden. Wel de plaatsen van alle ontdekte batterijen nauwkeurig vastleggen, teneinde deze t.g.t. onder vuur te nemen, en dan, als de tactische toestand zulks toelaat, beginnen met de batterijen welke schiettech- nisch de minste munitie kosten (waarneming, afstand). Bij storende vuren op grooten af sand de doelen uitkiezen. Bij storing van 's vijands opmarsdh geen punten beschieten welke de vijand gemakkelijk kan omtrekken (knooppunten van wegen), doch punten welke tot samentrekking van troepen leiden, zooals defilé's, holle wegen, bruggen, wegen door onbegaanbaar terrein voerende, enz. Ook hierbij speelt de mogelijkheid tot waarneming een zeer belangrijke rol. Zoo zijn voor een storend vuur op 4 km. afstand op een knooppunt van wegen (afmetingen 10 bij 10 m.), waarbij men den eisch stelt, dat per uur 100 schoten moeten vallen op een oppervlakte van 25 bij 25 m., noodig bij kaartvuur 255 schoten, na inschieten op een hulpdoel: 1) 160 schoten, na inschieten op het doel -1) met een vork van 100 m.: 100 schoten, met een vork van 50 m. of na grens- en groepschieten 100 schoten. Het grootste deel der beschikbare munitie wordt ingezet op de plaats waar de beslissing wordt nagestreefd. Bij den aan val zal dus het zwaartepunt van de munitie" samenvallen met het zwaartepunt van den aanval". Dit samenvallen behoeft niet te zijn naar tijd en ruimte. Wel naar tijd, doch de ruimte kan verschillen als de artillerie zich tijdens den aanval richt tegen 's vijands artillerie of andere doelen. g. Een deel van de munitie dient bestemd te worden voor reserve, om daar ingezet te worden, waar de tactische toestand zulks in bepaalde phasen van den strijd vereischt. In een der volgende nummers van dit tijdschrift zullen wij vorenstaande theoretische beschouwingen toepassen op een ,,cas concret". (Wordt vervolgd.) 1) Vermeerderd met de benoodigde munitie voor het inschieten. 888

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 14