In den driehoek worden de hoeken psq en ptr constant en gelijk gehouden, terwijl ook de lengte pr constant is. De lengte van pq wordt nu, op bepaalde schaal, gelijk gemaakt aan de snelheid V, de lengte rt aan de vluchttijd T tot de trefplaats. Hierdoor wordt qs H9_: XT'. De lengte van qs is dus een maatstaf voor pr L, den zgn. voorloopweg VT. De, in fig. III. (1) gebruikte, vluchttijd T wordt gevonden in fig. III. (2) uit een schootstafelgrafiek, welke als ingangen heeft fig. 111. 1. VT Lt 895 iig. III. ooo

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 21