naar de stukken en een telefonische verbinding B.C. O.C.
St. Cn. ondergebracht. Door toepassing" van een, hier niet nader
te verklaren, gecompliceerde wijze van schakelen is bereikt, dat
de kabels niet meer dan 24 aderen behoeven te bevatten, hetgeen
voor het toegepaste systeem gering mag worden genoemd.
De aderen zijn tesamen omgeven door een dikke rubberlaag,
waaromheen een met asfaltwas geïmpregneerde hennepomspin-
ning is gevlochten.
De kabels zijn gesplitst in stukken van 100 m., welke verbonden
worden middels stopcontacten.
Het contact van kabels aan vaste deelen, met kabels aan draai
bare deelen is bereikt door het toepassen van sleepringen, onder
gebracht in tegen vocht, olie, e.d. beschermde sleepringhuizcn
d. Fig. VII is een overzichtsschets van het wijzersysteem. Aan
het vuurleidingstoestel zijn 3 gevers bevestigd, n.l. één voor elk
schietgegeven. De gevers zijn elk door een kabel verbonden met
een verdeelkast; van hier gaat een kabel, over de sleepringen in
de pivot van het vuurleidingstoestel, naar een zekeringkast, welke
aan de stroombron is bevestigd. Van de zekeringkast, waarin elke
ader afzonderlijk is gezekerd, gaat de kabel naar een verdeelkast
in het midden van de batterij, van deze kast uit worden de kabels
naar de 4 vuurmonden afgetakt. Bij de stukken komt de kabel
binnen over sleepringen, welke in de pivot zijn ondergebracht;
van hier uit loopen kabels naar de 3 ontvangers voor de schiet-
gegevens.
In de fig. VII is tevens de telefonische verbinding voor den
vuurleider geschetst. Het telefoontoestel hiervoor is aangesloten
op het sleepringhuis van het vuurleidingstoestel. De vuurleider
is in staat commando's rechtstreeks over te geven naar den motor-
bediende en de stukscommandanten; deze zijn daartoe voorzien
van koptelefonen. Voorts kan de vuurleider een „over en weer"
gesprek voeren met den ondercommandanthet telefoontoestel
hiervoor is aangesloten op de batterijverdeelkast.
De bediende van de telefoon van den vuurleider heeft ten slotte
nog een drukcontact ter beschikkingdoor indrukken hiervan
wordt bij de stukken een schel in werking gesteld (afvuur-
signaal a.a.).
III. Het telefoonsysteem.
Het telefoonsysteem bestaat uit 3 borstmicrofonen, welke aan
gesloten kunnen worden op het vuurleidingstoestel. De elementen
en inductiespoelen bevinden zich in een kast aan het vuurleidings
toestel. Van deze kast uit loopen de secundaire telefoonaderen
door de zelfde kabels, als die welke voor het wijzersysteem werden
gebruikt, naar 3 koptelefonen voor de stuksbedieningen. De kop
telefonen bij de 4 vuurmonden van de batterij zijn parallel
geschakeld.
908