dat er veel kans bestaat, dat Java in geval van oorlog in hoofd zaak aangewezen zal zijn op de voorraden, welke op het eiland aanwezig zijn. De Intendance dient zich dan ook op de hoogte te stellen van de grootte dezer voorraden en van de plaatsen,, waar ze worden aangetroffen. Bij het uitbreken van den oorlog kunnen dan de aanwezige voorraden onmiddellijk in beslag worden genomen en in de eerste plaats worden bestemd voor leger en vloot. Een eventueel overschot kan over de burger bevolking worden gedistribueerd. Het veiligste is echter, niet al te veel op dezen weinig stabielen voorraad te vertrouwen. Daarom zou het wenschelijk zijn een zoodanige hoeveelheid op te slaan, dat men daarmede gedurende den oorlog kan toekomen. Dit brengt echter kosten mede, terwijl het bovendien vrijwel onmogelijk is, den duur van een toe- komstigen oorlog te schatten. Hoe men daarbij de plank mis kan slaan is wel in 1914 gebleken. Blijkens op Java opgedane ondervinding, verliest in zakken- verpakt tarwemeel in de tropen reeds na 6 maanden zijn bakwaarde. Echter hebben in 1919 gehouden proeven uitgewezen, dat dit meel, na droging in met blik bekleede kisten verpakt, 18 maanden kan worden opgelegd zonder te bederven of te veel in bakaard achteruit te gaan. Voor het drogen van een eenigszins belangrijke hoeveelheid meel zou echter over een machinale drooginrichting moeten worden beschikt. Bij oplegging van het meel in open bakken, waarbij het voort durend wordt omgewerkt, blijft het iets langer 1 maand) goed dan bij oplegging in zakken. Deze methode heeft echter tot nadeel, dat voor het omwerken zeer veel personeel noodig is, het meel bij dit omwerken ten deele verstuift en dat het gemak kelijk verontreinigd wordt. Een reeds in vredestijd op te leggen hoeveelheid meel zal uiteraard voortdurend moeten worden ververscht. Ten einde te hooge kosten te vermijden zal de grootte van dezen voorraad verband moeten houden met het vredesverbruik in de Mil. Bak kerij, hetgeen thans rond 20.000 kg. per maand bedraagt. Een voorraad van in maximum 360.000 kg. kan dus door verbruik in de Mil. Bakkerij tijdig worden ververscht. Deze voorraad is ongeveer voldoende voor de behoefte van het geheele leger gedu rende 55 dagen en voor het veldleger gedurende 96 dagen. Men zou dan echter in de Mil. Bakkerij voortdurend brood van geconserveerd meel moeten bakken, hetgeen zijn bezwaren mede brengt. Wil men een grooteren voorraad aanhouden, dan zal ver- versching moeten plaats hebben door verkoop van oude partijen aan particulieren, waarop natuurlijk verliezen zullen worden geleden. 918

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 44