kenmerk wordt aangemerkt, met voorbijgang van belangrijker fundamenteele verschillen, die wij wellicht niet voldoende hebben toegelicht. De zit is noodig om het systeem tot zijn volle recht te doen komen. Ook met langere beugels kan men Italiaansch rijden, paard en ruiter volgens de Italiaansche beginselen africhten, dochdan wordt het voor den ruiter oneindig veel moeilijker om het paard steeds de noodige vrijheid van rug en lenden te geven, en het niet te storen bij het aannemen van zijn evenwichts- houdingen. De Italiaansche methode is uitsluitend gericht op het militaire paard, en omvat alles wat het paard moet kennen, dus niet alleen terreinrijden, doch alle militaire eischen, waaronder ook marschen maken. De Hr. Hekker, sprekende over het horizontale evenwicht, is blijkbaar van meening dat de Italiaansche school leidt tot on tijdige slijtage. Hij onderschrijft daarmede hetgeen de Kol. P. C. Colthoff zegt in het Wetenschappelijk Jaarbericht 1931 „Trouwens wat wij van de Italianen weten, is alleen datgene wat wij van hen zien en lezen op de groote concoursen, doch over het geen hun troep presteert en wat daarbij voorvalt (o.a. percentage reformpaarden, enz.) zijn voor zoover ons bekend nooit publicaties verschenen." Inderdaad is aangaande het percentage reformpaarden niets bekend, doch dat is n.o.m. ook van geen belang. Bij de Italiaansche Cavalerie hebben de troepenpaarden een gemiddelden diensttijd van 12 jaar, doch wat zegt dat Dat beteekent alleen, dat bij de Italiaansche Cavalerie onder Italiaansche verhoudingen (paarden ras, bodem, klimaat, voeding, etc.) zekere cijfers het reform- en ziektepercentage aangeven. Deze cijfers kunnen echter nimmer gelden voor Indische Cavalerie op Australische paarden in Indi sche verhoudingen Men zoude vergelijkende cijfers alleen kunnen verkrijgen door een proef op uitgebreide schaal met eenige honderden paarden, welke proef dan ook over minstens 10 jaar zou moeten loopen. Dus bijv. slijtage van twee eskadrons die op Italiaansche methode zijn afgericht en gereden na minstens 10 jr. vergelijken met de resultaten van 2 andere eskadrons. Alle eska drons zouden dezelfde diensten moeten doen, op denzelfden bodem en in hetzelfde klimaat, etc. Eerst dan zou men zuivere cijfers kunnen verkrijgen. Men dient immers gelijksoortige grootheden te vergelijken. Heeft het zich beroepen op cijfers dus weinig beteekenis, er is nog iets anders. Het Italiaansch gereden paard loopt niet op de voorhand. Doet het dit toch, dan is dit een fout, welke dient hersteld te worden. Het Italiaansch gereden paard loopt in een natuurlijk evenwicht. Hierbij is de voorhand iets meer bezwaard dan de achterhand, doch dat is ook het geval bij het paard in natuurstaat. 925

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 51