962 De groote oorlog kenmerkte zich dan ook door een bijna onrustbarende toename van de artillerie, hetgeen aan de munitiefabricage uitermate zware en aanvankelijk onmogelijke eischen stelde. Van 4 stukken per 1000 man in fanterie kwam men in 1918 op 13 stukken zware artillerie. De dagelijksche munitieaanmaak in Frankrijk steeg van 13.600 sch. bij het begin van den oorlog tot 50.000 in 1915 en 200.000 in 1918, alleen voor de 75 mm. Het gebruik van de artillerie onderging dan ook een karakteristieke wijziging. Las men in het Fransche reglement van 1913: „L'artillerie ne prépare plus les attaaues, elle „les appuie", reeds in 1915 leerde een instructie van Gen. Pétain „Lebutde „la préparation (de l'artillerie) est de détruire toutes les organisations ennemies „dans la zóne des attaques". Deze laatste instructie maakt het aphorisme „l'ar- „tillerie conquiert, l'infanterie occupe", begrijpelijk. Hoofdstuk II behandelt de indrukken van strijders, welke aan een artillerie beschieting onderhevig waren. Om een juisten indruk van de uitwerking van het vuur te verkrijgen kan men niet volstaan met theorethische onderzoekingen en practische proeven. Men dient, volgens schr. te gaan ter plaatse waar de projectielen vallen. Als men dan de talrijke betrouwbare gegevens doorwerkt, welke daaromtrent bekend zijn, dan zijn het vooral de factoren „toeval" en „moreele uitwerking", welke op den voorgrond treden. Talrijke voorbeelden zijn bekend, dat personen onverlet bleven bij het springen van een projectiel op 2 a 3 M. afstand en nimmer wordt iets vernomen van doodelijke verwon dingen door het springen der bloedvaten ten gevolge van den hoogen gasdruk, ontstaande bij het detonneeren van het projectiel. „Ce phénomène pourrait bien „être un mythe répandu aut début de la guerre pour les besoins de Ia propa- gande" (Wij willen hierbij aanteekenen, dat het kenmerkende van enkele soorten munitie juist gelegen is, minder in de scherfwerking, dan wel in het ontwikkelen van een hoogen gasdruk, terwijl ons proefnemingen bekend zijn op cadavers, waarbij de gasdruk een enorme uitwerking bezat. Al mag het mogelijk zijn, dat nu niet bepaald bloedvaten zullen springen en scheuren, dat de uitwerking van den ontwikkelden gasdruk doodelijk kan zijn, moet n. dz. m. wel als onomstootelijk worden aangenomen.) De wijze, waarop de gevoelens worden beschreven van iemand die een artilleriebeschieting onderging, zijn te kenmerkend, om deze niet als zoodanig te citeeren: „Les mots les plus vigoureux d'un vocabulaire dantesque sont a „peine suffisants pour en dépeindre les horreurs. Les obus s'acharnent, crèvent „les taillis, éventrent le sol et mettent a nu le terrain noir. lis mènent une „sarabande infernale, tonitruent a travers la clairière, s'éloignent, reviennent „souffler sur nous, lacèrent des arbres entiers, soulèvent les racines, pro- „jettent trés haut des mottes énormes, bouleversent et empuantissent le hallier. „Malgré cette impuissante frénésie, malgré l'espoir de chaque combattant en „une heureuse fatalité, les effets moraux. produits par le bombardement sont „encore plus terribles que les effets matériels. Rester sous le feu, c'est déja „beaucoup. Mais garder son sang-froid dans l'enfer de la bataille moderne, „c'est autre chose. On a peur d'abord, on sue, on tremble. C'est irrésistible. „Le danger est inconnu. L'imagination I'amplifie. On ne le raisonne pas. „L'éclatement de l'obus, sa fumée acre, autant que la mitraille, participent a „I'effroi du premier moment". Het brengen van den tegenstander in boven- geschetsten toestand, hem te verplichten zich te dekken en te beletten gebruik te maken van zijn wapens, dat is het doel van de neutraliseeringsvuren, d.w.z. van het grootste gedeelte der vuren van de artillerie. Tot zoover het eerste gedeelte van deze studie, welke nog vervolgd zal worden en dan meer in het bijzonder de verschillende soorten van het artil lerievuur, getoetst aan bovenomschreven ondervindingen, in beschouwing zal nemen. Bestrijding van tanks. De Augustusaflevering van „Wehr und Waffen" bevat het slot van de serie artikelen „Kampfwagen Abwehr", waarin thans de wijze van bestrijden van een tankaanval en het verloop van den aanval zelf wordt weergegeven. Voor

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 88