970 9. POL'TIEKE EN DAARMEDE VERBAND HOUDENDE AANGE LEGENHEDEN. De Juli-aflevering van het „Schw. Monatschrift'' bevat in een bijdrage „Die Rote Armee an der Grenze Mandschuriens", bewerkt door Generaal Adaridi (Helsingfors), gegevens over de opstelling van het Sovjetleger in Siberië. Schr. stelt zich op het standpunt, dat een botsing tusschen Rusland en Japan binnen niet te langen tijd te verwachten is en geeft zich daarom rekenschap van de opstelling van de Sovjetstrijdkrachten in Oost-Azië, welke een verster king van zijn opvatting zou beteekenen. In 1931 besloot de Sovjetregeering een speciaal voor Oost-Azië bestemd leger te organiseeren en op te stellen. Tot op heden is in opstelling en sterk te weinig verandering gekomen, met uitzondering ten aanzien van de uitrus ting, welke veel verbeterd is en nog steeds wordt. Onderscheiden worden drie legergroepen n. 1. a. De Wladiwostok-Nikolsk-groep (Ussurigebied). b. De Mandchuria-groep. c. De Blagowjeschensk-groep. Bovendien nog een kleine groep Roode Mongoolsche strijders te Urga. ada. Deze groep wordt gevormd door het 19e Korps, bestaande uit 8 Regimenten Infanterie, 4 Regimenten Cavalerie, 184 stukken geschut, waaron der zware en lichte, 250 vliegtuigen, 40 tanks, 15 pantserauto's, 3 pantsertreinen en 1 chemisch bataljon. De taak van deze groep bestaat in de verdediging van het Ussurigebied en Wladiwostok, zonder dat daarbij gerekend mag worden op steun van de vestingen en van de vloot (deze laatste werd bij het vredesverdrag van Ports mouth in 1905 zeer gelimiteerd). Het Ussurigebied is voor Japan van zeer groot belang, omdat het bezit daarvan de Japansche Zee tot een Japansche binnenzee maakt. adb. Deze groep bestaat uit het 18e korps en omvat 9 Regimenten Infan terie, 6 Regimenten Cavalerie, 117 stukken geschut, 60 vliegtuigen, 3 tank compagnieën, 15 pantserauto's, 3 pantsertreinen en 1 chemisch bataljon. De taak van dit leger is gelegen in de dekking van Tschita en Irkutsk, ter beveiliging van de verbinding met het achterland. adc. Deze groep is zwak en wordt gevormd uit 1 Regiment Infanterie en 1 Regiment Cavalerie. Voorts dient onder groep a nog te worden gerekend het Internationale Koreaansche Regiment en onder b het Internationale Chineesch-Koreaansche Regiment, beide onder rechtstreeksch bevel van het Hoofdkwartier. Met de opstelling van Mongoolsche troepen te Urga werd in 1929 een aanvang gemaakt. Deze bestaan thans uit 2 Infanterie divisiën, 7 Cavalerie divisiën, 18 zware stukken artillerie, 36 tanks, 36 pantserauto's en 18 vlieg tuigen. Deze troepen vormen in werkelijkheid een deel van het Roode Leger. Reserves: Deze bevinden zich te Irkutsk, Krasnojarsk, Tomsk, Omsk en verder westwaarts gelegen garnizoenen. Een groot bezwaar vormen hier de groote afstanden (Krasnojarsk Tschita 2000 K. M welke, in verband met de zeer slechte spoorwegtoestanden, een tijdigen inzet zeer problematiek maken. (Heden Ioopen er maximum 4 treinen per dag, tegen 18 gedurende den wereldoorlog) Hetzelfde geldt ten aanzien van den aanvoer, te meer, waar de veiligheid van het verkeer, door de talrijke opstanden, welke nog voortdurend in de omgeving van de spoorbaan plaats vinden, een en ander mede zeer dubieus maakt. Een gecombineerde aanval van de groepen a en b, waartusschen een afstand van 1500 K. M. ligt, komt dan ook zeer moeilijk, zoo niet onmogelijk voor.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 96