971 Daarentegen verkeert Japan in Zeer gunstige Omstandigheden. Dank zij de vele havens en een goed spoorwegnet is het vervoer, de aanvulling en voor ziening van troepen verzekerd. Bij een aanval van Japan op groep b, hetgeen in verband met het spoorwegnet alleszins mogelijk moet worden geacht, wordt de positie van de troepen in het Ussurigebied (groep a) wel zeer benard. Vergeleken met Rusland kan de strategische positie dan ook niet anders dan zeer gunstig worden genoemd. Het vredesverdrag van Versailles. In de Augustus-aflevering van „The Journal of the Royal United Service Institution" ontwikkelt Maj. E. W. Poison Newman in zijn studie „The Treaty of Versailles and its effects" denkbeelden omtrent de waarde en doeltreffendheid van het bestaande vredesverdrag en de noodzakelijkheid, om dit voor het behoud van den duurzamen vrede, te herzien, welke zeer zeker ernstig ter overdenking mogen worden aanbevolen. Op duidelijke wijze betoogt schrdat het huidige Duitsche Rijk zich onmogelijk kan neerleggen bij de door het verdrag van Versailles opgelegde verplichtingen en den afstand van bepaald territoir, welke dit land in een ongehoorde minderwaardigheids positie plaatsen, niet alleen ten opzichte van gelijkwaardige mogendheden, doch zelfs in vergelijking met tal van minder beschaafde en minderwaardige staten. Uitvoerig neemt schr. de wijze van totstandkoming van het verdrag onder oogen, waarbij aanvankelijk de 14 punten van president Wilson als leidraad dienden. Het resultaat was echter weinig in overeenstemming met den geest van deze punten, doch daarentegen „an instrument of a hypocritical appea rance, although hypocrisy as an actual motive is difficult to substantiate." Betreurd wordt, dat niet de militairen, doch „civilians" den vrede op papier wisten te stellen. De resultaten zouden ongetwijfeld anders zijn geweest, indien aan de militairen bij de totstandkoming meer invloed zou zijn toege kend. Op meer openhartige dan vleiende wijze brengt schr. zijn meening te dien aanzien aldus onder woorden: „Had the Wilsonian doctrines not inter vened and had the making of peace rested with the Allied military authorities, „peace would have been dictated in Berlin instead of being negociated in Paris, „and there is a good reason to believe that the result would have been much „more satisfactory from all points of view. Soldiers can seldom be accused „of injustice (welke schr. dus blijkbaar aanneemt ten aanzien van het vredes verdrag), while their professional sense of chivalry towards a defeated enemy „tends to prelude the various forms of bad feeling to which civilians offi cials as well as private individuals are usually most susceptible". Het vre desverdrag kwam tot stand, en dat is het zwaartepunt van schrijvers betoog, in een verkeerde sfeer, daarin ligt, naar zijne (en veler) meening grootendeels de oorzaak van de huidige ongezonde toestanden in Europa op velerlei gebied. Nagaande wat Duitschland aan territoir verloor, is schr. van oordeel, dat dit land zich bij het verlies van EIzas-Lotharingen waarschijnlijk wel zal neerleggen op den duur; met de overige streken, koloniën incluis, zal dit nimmer het geval zijn; hierin zal een voortdurende bron van gevaar voor den duurzamen vrede in Europa zijn gelegen. Door de vernedering van Duitschland bij den vrede werd een vruchtbare bodem gelegd voor de actie van Hitier, welke thans is uitgegroeid tot een ongekende opleving van het nationaal bewustzijn, zich onder anderen uitende in een eisch naar gelijkheid in bewapening met andere mogendheden en in een steeds sterker op den voorgrond tredend verlangen het verloren gebied te herwinnen (Poolsche corridor, Opper-Silezië Koloniën). Schr. gaat daarna na, in hoeverre Duitschland eventueel zijn verlangens krachtdadig zal kunnen verwezenlijken en komt tot de overtuiging, dat dit rijk binnen zeer korten tijd een zeer krachtig bewapende natie zal kunnen worden. Inderdaad wordt er zorg voor gedragen, dat het „Reichsheer" angst vallig blijft beperkt binnen de grenzen, bij het vredesverdrag gesteld. Van een overtreding in dit opzicht kan in geen enkelen zin sprake zijn. Echter wordt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 97