951 Op deze vergadering zou dan de unificatie besproken kunnen worden van het materieel (uitrusting en reagentia) van de veld- laboratoria en hunne analyse-methoden. Hiermede wil ik besluiten in de hoop, dat de lezer eenig idee zal gekregen hebben van de waarde en het nut van het werk van den militairen apotheker voor het welzijn van den soldaat. 6. BEZUINIGING OP DEFENSIE. Commissie geïnstalleerd. De minister van Koloniën en de minister van Defensie hebben, naar reeds kort gemeld, een commissie ingesteld met de opdracht: een organisatie te ontwerpen van de weermacht in Nederland en in Ned- Indië, welke met handhaving van hare tegenwoordige doelstellingleiden kan tot aanzienlijke besparingen zoowel op de Rijksbegrooting als op die van Ned.-Indiëverder een nieuwe regeling te ontwerpen voor de administratieve verdeeling der kosten van de maritieme weermiddelen tusschen de begrootingen van Nederland en van Ned.-Indië. Minister Colijn heeft de commissie, welke de vraag zal bestudeeren, hoe besparing op de uitgaven voor Defensie mogelijk is, alsmede hoe een betere verdeeling der maritieme uitgaven tusschen Nederland en Indië kan worden bevorderd, in een der lokalen van zijn departement geïnstalleerd. De minister merkte op, dat het uitgavenpeil in beide gebiedsdeelen nog te hoog is en dat dit „verder moet worden teruggebracht tot een bedrag, waarvan verwacht mag worden, dat het op den duur uit de sterk verlaagde inkomsten kan worden bestreden". Onder deze omstandigheden is de „regeering er van overtuigd, dat ook de uitgaven voor de Defensie, zoowel hier te lande als in Indië, opnieuw behooren te worden verlaagd". Hoewel erkend moet worden, dat ook op deze uitgaven reeds en zelfs sterk bezuinigd werd, blijft de druk der Defensie-uitgaven voor Ned.-Indië ondraaglijk. Als „uiterste maximum" werd in 1927 aangenomen, dat de Defensie-uitgaven voor Indië 27.5 procent der gewone ontvangsten zouden kunnen bedragen. Neemt men in aanmerking, dat de Indische schuldenlast sinds dat jaar zeer sterk gestegen is, dan zou 27.5 procent op dit oogenblik stellig niet meer als „uiterst maximum" te handhaven zijn. Nochtans was het percentage in 1933 niet minder dan 40.2 en zal het, na de nadere bezuiniging van 1934, nog ongeveer 36 procent van de gewone in komsten en waarschijnlijk nog iets meer bedragen. Dit cijfer is onhoudbaar, want bij een uitputtende belastingheffing en rigou reuze bezuinigingen bedraagt het tekort voor 1934 nog meer dan 100 millioen. Ook de toestand der Nederlandsche financiën is van dien aard, dat de Defensie-uitgaven voor het Rijk in Europa aan vermindering onderworpen moeten worden. Wegens het verband, dat door de uitgaven voor de zeemacht gelegd wordt tusschen het Nederlandsche budget en dat van Indië, heeft de regeering het dienstig geoordeeld, de Defensie-uitgaven voor Nederland en Indië tegelijk in beschouwing te doen nemen. Dit is een gevolg van de omstandigheid, dat de staatsmarine een eenheid vormt en zal moeten blijven vormen, te meer nu Indië ontheven zal dienen te worden van een deel der kosten voor de maritieme defensie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 77