956 dit tijdschrift behandelt Schr. het bataljons-gasbevel, waaruit wij het volgende aanhalen. De bij het bataljon ingerichte gaskamer kan zeer primitief zijn, bij voorbeeld een zooveel mogelijk gasdicht gemaakt schuurtje, een groote schuilplaats, een tent, een overdekt stuk schuilplaats en behoeft slechts berekend te zijn op een sterkte van ongeveer een groep infanterie. Bij den bataljons-staf wordt een gasverkenner te werk gesteld, die tot taak heeft vast te stellen of op een bepaalde plaats gas aanwezig is. De gasverkenners zullen ook in de frontlijn van de stelling worden geplaatst om de kans op een tijdige alarmeering bij een eventueelen vijandelijken gaswolkaanval te vergrooten. De regiments-gasofficier geeft aanwijzingen omtrent de opstelling van claxons en sirenen, een en ander 'is vastgelegd in een schets, welke bij het bevel wordt gevoegd. Wat de beschermende pakken betreft, zijn er 10 stuks bestemd voor den Staf t.w. bat. comdt, luit. adj., gasofficier, ordonnansen en seiners, terwijl voorts de 10 manschappen van de ontsmettingsploeg en de gasonderofficier eveneens ieder een pak ontvangen. Bij de verdere verdeeling wordt er naar gestreefd zooveel mogelijk commandanten, ordonnansen en bedieningen van zware mitrs. te voorzien van beschermende kleeding, hoewel de voorraad uiteraard beperkt zal zijn. De gasontsmetters heeft de bat. comdt tezamen gebracht in een geweergroep, waarvan als commandant optreedt de gasonderofficier. De gasofficier gebruikt voorloopig de ontsmettingsploeg voor het inrichten van en de werkzaamheden in het gasdepot, voor het inrichten van de gaskamer en wellicht ook reeds voor het treffen van voorbereidende maatregelen, teneinde een mogelijke latere ontsmetting van materieel (onder meer wapenen en uitrusting van besmet personeel) zoo vlot mogelijk te doen verloopen. Voorts deelt Schr. mede, dat z. i. de ontsmetting van mosterdgas-patiënten tot de taak van den geneeskundigen dienst behoort en de ontsmettingsploe- gen voor dit doel gecombineerd zouden moeten worden met de hulpver- bandplaatsen. Van gezaghebbende zijde vernam hij echter, dat het op een hulpverbandplaafs behandelen van wapens en uitrusting strijdig is met de Conventie van Genève en dit genoemde formatie aan de bescherming, welke haar volgens de Conventie toekomt, zou onttrekken. In dit geval zijn er volgens Schr. 2 oplossingen mogelijk, namelijk a) op de ontsmettingsplaats worden wapens, uitrusting en kleeding der besmetten ingenomen en voor transport naar achteren gereedmaakt waar de ontsmetting zal plaats hebben, b) er wordt een nieuw begrip ingevoerd nl. „verzamel-" of „ontsmettingsplaatsen voor besmet materieel", waar de te verrichten werk zaamheden door personeel van de ontsmettingsploegen kan worden verricht. Schr. beëindigt met dit artikel een belangwekkende artikelenreeks. Maskeering. Militar Wissenschaftliche Mitteilungen, Juni 1933, Tarnung, door Dr. L. Rendulié. Meestal wordt volgens Schr. aan het begrip „Tarnung" een uitsluitend passief karakter toegekend, overeenkomend met het begrip „verbergen". In Deel IV van F. u. G. is echter ook een actieve beteekenis aan „Tarnung" gegeven, hetgeen Schr. aan een nadere beschouwing onderwerpt. Het genoemde voorschrift geeft een veelomvattende omschrijving van het begrip door vast te stellen: „Die Tarnung umfaszt Masznamen, die dem Gegner erschweren sollen, rechtzeitig richtige Wahrnehmungen zu machen". Hiermede wordt volgens Schr. ook een opvoedkundig doel beoogd „weil es bei dieser Auffassung des Begriffes leicht ist, allen Soldaten bis herabzum Schiitzen zur zweiten Natur zu machen, ihr Handeln und ihr Verhalten nach den Gesichtspunkten der Tarnung einzurichten. Auch kann nur bei Betonung des aktiven Zweckes der Tarnung in dieser ein Mittel zur Steigerung der Kampfkraft gefunden werden".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 82