„stormvuur" (W. J., I. K. V. 1932, biz. 186/7). Voor het bepalen
van het rendement van stormvuur moet een nauw begrensde tijd
worden aangenomen; stellen wij dien tijd op één minuut, dan zou
een mitrailleur daarin een breeedte van 60/24 X 70 °/0o of 175 °/oo
kunnen bevuren en daarbij op 500 m schootsafstand bijna het
dubbele van de op zijn minst gewenschte vuurdichtheid bereiken
(vgl. I. M. T. 1932 No. 5 blz. 372)De k.m. kan binnen een minuut
200 schoten doen, waarna tot loopverwisseling moet worden
overgegaan; met dit wapen zou dus ongeveer hetzelfde resultaat
als met den mitrailleur kunnen worden bereikt op een breedte
van 200/600 van 175 °/oo of rond 60 °/oo, ware het niet, dat er bij de
k.m. in zijn huidigen vorm geen sprake van kan zijn de houder-
bakken in geheel automatisch vuur te verschieten, zonder daar
door de ligging van het vuur ongunstig te beïnvloeden; door vuur
geheel in vuurstooten wordt het vuurtempo verlaagd. Het vuur van
de k.m. over een breedte van 60 oo zal dus op de gewenschte
plaats belangrijk minder dicht zijn, dan dat van den mitrailleur
over een breedte van 175 °/oo- Nemen wij aan, dat de dichtheid
van dit k.m. vuur nog voldoende is, dan zal althans bij slecht
zicht de uitvoering moeten geschieden door middel van enkele
puntvuren in het midden, en ter weerzijden daarvan, van de
stormvuurstrook. Voor een sprekende voorstelling van het storm
vuur zouden wij echter in de schets van het vuurplan de strooken
voor dit vuur willen teekenen met een breedte van op 500 m
schootsafstandklein 30 m voor een k.m.; voor den mitrailleur
stellen wij die breedte voor denzelfden schootsafstand op hoogstens
90 m.
Flankeerend vurende is het rendement der wapens grooter,
m. d. v. dat de onveilige strook een grooter deel van het front
beschermt, indien de schootsafstand niet te groot is. Een k.m. van
de vuurlinie, gemiddeld 75 m achter de voorste verdedigingslijn
opgesteld (vgl. G. V. I. 194), en schuin voor het front vurende
tot op een afstand van 300 m vóór die lijn met een schootsafstand
van 500 m, beschermt met de laatste 400 m van de kogelbanen
rond 250 m van het frontmits de lengte van de onveilige strook
tenminste 400 m is voor een doelhoogte van 1, 1 m is dit inder
daad het geval (V. S. I. IV, Bijlage IX).
Teineinde een voldoend diep scherm van k.m.vuren te ver
krijgen, zullen evenwel als gevolg van het verschil in breedte der
vuurstrooken (60 en 175°/oo) voor eenzelfde frontlengte ten minste
drie k.m.vuurstrooken moeten worden gelegd om een resultaat
te benaderen als met een mitrailleur onder die omstandigheden
kan worden verkregen.
986
Als het ware de projectie op het front van het vóór de voorste
verdedigingslijn gelegen deel van de as van de onveilige strook.