daar zijn diensten op de hoofdverstrekkingsplaats van dien aard zijn, dat zij toch allereerst betrekking hebben op het onderdeel dat hij moet verplegen. Wel verzamelt en verstrekt hij aan den intendant voor zooveel mogelijk alle gegevens, welke voor een goede uitvoering van den verplegingsdienst bij zijn onderdeel onmisbaar zijn en is hij den intendant behulpzaam bij het regelen van den dienst op de hoofdverstrekkingsplaats 5 punt 4 V. pl. voorschrift), doch deze beide zaken komen wel begrepen hierop neer, dat de verplegingsofficier datgene wat hij bij de uitvoering van zijn hoofdtaak verkent of waarneemt en wat voor den inten dant van belang kan zijn, aan dezen meldt, en dat hij op de hoofd verstrekkingsplaats zorgt voor den goeden gang van zaken v.w.b. zijn onderdeel. Hij zal dus op de hoofdverstrekkingsplaats met eenigen tact moeten optreden. Van de andere zijde, die van den intendance-officier, moet er voor gewaakt worden den verple gingsofficier geen opdrachten gaande buiten het belang van zijn te verplegen onderdeel op te dragen, zooals b.v. het bij een te verwachten opmarsch verkennen van een nieuwe hoofdverstrek kingsplaats, het overbrengen van berichten, het verdeelen van verplegingsartikelen over de onderdeelen op een hoofdverstrek kingsplaats e.d. Krijgt een verplegingsofficier deze opdrachten toch, dan zal hij er op dienen te wijzen dat hij hiervoor niet beschikbaar is. Volgens de thans geldende opvattingen is de verplegingsofficier de uitvoerdervan de verplegingsbevelen van den troepencom mandant en tevens diens „technisch adviseur" voor verplegings- zaken. De troepencommandant blijft zelf ten allen tijde verant woordelijk voor de goede verpleging van zijn onderdeel. De verplegingsofficier is bovendien de tusschenpersoon, misschien wel als het ware de „berichtofficier" van dien troepencommandant, bij de intendance. 2) Waarom troepenofficieren? Intendance-officieren zijn voor de taak van verplegingsofficier niet beschikbaar, zij zijn hiervoor ook niet opgeleid, wel voor de verpleging in het groot, de legerverpleging. Men heeft vroeger wel officieren en onderofficieren der Mili taire administratie gebruikt voor verplegingsofficier. Ook deze oplossing bracht vele bezwaren mede en wel in de eerste plaats zal in oorlogstijd deze tak van dienst zoo overkropt met eigen werk zijn, dat niemand beschikbaar zal blijken. In de tweede plaats liggen de taak en de verrichtingen van den verplegings officier zoo ver buiten die, waarop de opleiding van de officieren der militaire administratie gericht is en buiten het terrein van hun dagelijksche bezigheden, dat in de practijk blijkt, dat die administratie-officieren en -onderofficieren in het algemeen niet aan de eischen, die aan een verplegingsofficier in oorlogstijd ge- 994

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 20