In onze verhoudingen is het niet mogelijk een aparte categorie verplegingsofficieren in vredestijd aanwezig te hebben. Wij zullen hen moeten kiezen uit de troepenofficieren. Het zal echter naar ik hoop thans duidelijk zijn, dat het uitgesloten is dat men hiervoor, evenmin als voor het personeel voor de verplegingsgroep, uitkiest personeel dat om een of andere reden wegens mindere geschiktheid overblijft bij de indeeling. Men zal hiervoor dienen aan te wijzen jonge officieren, onder luitenants of ervaren adjudanten-onderofficier, die tot de besten behooren die wij hebben, en die bovendien in vredestijd naar be- hooren voorbereid en geoefend zijn geworden voor de zeer zware taak die hun wacht. Het aanwijzen van jonge officieren voor de taak van verplegings- officier zal ook zijn nut hebben om hen de behoeften van den troep op verplegingsgebied en de moeilijkheden die zich bij de verpleging voordoen te leeren kennen, zoodat zij later, geplaatst in hoogere commando 's, over de noodige practische ervaring wat betreft verplegingszaken beschikken. 6) Instructie voor den verplegingsofficier. De verplegingsofficier moet ten allen tijde voorzien zijn van: aeen verplegingsvoorschrift; been voldoende hoeveelheid gedrukten; c) z.m. een afschrift van de Leger Mobilisatie ordonnantie (Stbl. 1919 No. 748) art. 6, betreffende inhuren, koopen etc. met machtiging van den Legercommandant; d) z.m. een afschrift van Staatsblad 1904 No. 46, (staat van oorlog en van beleg)waarin bepalingen betreffende ingebruikneming, betreden van ervan en gronden, opsporing e.d. e) z.m. een afschrift van art. 84 der Onteigeningsordonnantie (Stbl. 1920 No. 74); J) f) een schriftelijke instructie; g) een goede topografische kaart. De instructie wordt hem bij zijn indeeling (mobilisatie-bestem ming) in vredestijd door den commandant van het te verplegen onderdeel verstrekt en moet naar mijne meening alleen algemeene bepalingen inhouden betreffende de taak van den verplegings officier, zoodat deze hierin zonder A. T. V. of Vpl. V. op te slaan direct kan vinden wat in een bepaald geval zijn taak is of na kan gaan of iets tot zijn competentie behoort of niet. Alle bijzondere regelingen betreffende de verpleging, die meestal voor meer of minder langen tijd, soms slechts voor één dag, x) Uiteraard gaat de verplegingsofficier niet tot onteigening, inhuring, ingebruikneming en dergelijke over, dan op last van den troepen commandant. 1000

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 26