gelden en dan weer veranderen, behooren in de verplegingsbevelen verwerkt te worden. Van het verplegingsbevel, of van de paragraaf betreffende de verpleging in eenig bevel van den commandant voor het te verplegen onderdeel, behoort de verplegingsofficier z.s.m. afschrift te ontvangen of behoort hij mondeling ingelicht te worden; geschiedt dit niet, dan moet hij zelf inlichtingen bij dien commandant inwinnen. Bovenbedoelde instructie zou bijv. als volgt kunnen luiden: 1. De verplegingsofficier bereidt zich in vredestijd zoo veel mogelijk voor op zijn oorlogstaak. 2. Na ontvangst van de waarschuwing zorgt hij voor de bepak king van de verplegingsvoertuigen van den Gevechts- en den Bagagetrein. 3. Na hiertoe bevel van zijn commandant bekomen te hebben bereidt hij de verpleging voor het concentratievervoer zoo uitgebreid mogelijk voor. 4. De verplegingsofficier is voor alles wat de verpleging betreft rechtstreeks verantwoordelijk aan den commandant van het te verplegen onderdeel. 5. Indien bevelen betreffende de verpleging uitblijven dan is de verplegingsofficier verplicht hierom te vragen of z.s.m. alle inlichtingen in te winnen. 6. De verplegingsofficier neemt dagelijks, z.m. meerdere malen het contact op met zijn commandant, de compagnies- (bat terij-, eskadrons-) commandanten en den betrokken inten dance-officier. 7. De verplegingsofficier moet steeds in het bezit zijn van het verplegingsvoorschrift, een goede kaart, en van de noodige gedrukten in voldoende hoeveelheid. 8. De verplegingsofficier is den commandant van het onderdeel behulpzaam bij het uitoefenen van het toezicht op de geregel de aanvulling van den verplegingsinventaris, de bereiding van het eten en de drinkwatervoorziening. 9. Na ontvangst van de verplegingsbevelen neemt hij na overleg met zijn commandant tijdig alle voor een goede verpleging noodige maatregelen. 10. Hij ontvangt op de in die bevelen aangegeven hoofdverstrek- kingsplaats en op het daarin genoemde tijdstip de benoodigde verplegingsbehoeften en verdeelt deze daarna op de door zijn commandant aangewezen verstrekkingsplaats over de onder- deelen. 11. Hij verzamelt en verstrekt aan den intendant alle voor een goede uitvoering van den verplegingsdienst belangrijke gege vens en is den intendant behulpzaam bij het regelen van den dienst op de hoofdverstrekkingsplaats. 12. Indien hij hiertoe van den intendant namens den bevelhebber order ontvangt, verzamelt hij ten behoeve van het eigen onder deel de noodige artikelen, c.q. door aanschaffing. 1001

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 27