BIJLAGE II. Berekeningen voor Bijlage I. Ad A punt 5. a. Er wordt gevuurd op 3 afstanden, welke 50 m. (V.S.A. I, punt 173a) 1 X LS 50 (zie Bijlage III) verschillen. x) De groepeering der schoten is dan als volgt 2. 7. 16. 25j 25. 16. 7. 2. °/o 2. 7. 16. 25| 25. 16. 7. 2. °/0 2. 7. 16. 251 25. 16. 7. 2. °/o 2. 7. 18. 32. 43. 48. 48. 43. 32. 18. 7. 2. Optellen. 1. 2. 6. 11. 14. 16. 16. 14. 11. 6. 2. 1. Deelen door 3' I 3 X LS. 50. S De te bevuren diepte is 150 m. 3 X LS50, waarop bij de meest gunstige ligging van het G. T. 82 van het aantal schoten valt. Het verliespercentage in de lengte bedraagt dus 18%. 2) Te bevuren opervlakte 2,4 HA. Voor het bereiken van een vuurdichtheid 1, moeten hierop vallen 24000 75 320 schoten van 7,5 cm. of 24000 200 120 schoten van 10,5 cm. (V.S.A. I, punt 226). Deze getallen vormen 82 van het aantal af te geven schoten, hetwelk dus bedraagt(100 82) X 320 390 van 7,5 cm. of (100 82) X 120 146 van 10,5 cm. b. Er wordt gevuurd op 3 afstanden, welke 25 m. (V.S.A. I, punt 171) X LS 50 (zie Bijlage III) verschillen. 1) De groepeering der schoten is dan als volgt 2. 7. 16. 25j 25. 16. 7. 2. °/o 2. 7. 16. 251 25. 16. 7. 2. °/0 2. 7. 16. 25! 25. 16. 7. 2. °/0 f 2. 9. 25. 48. 66. 66. 48. 25. 9. 2. _P f e"; 1. 3. 8. 16. 22. 22. 16. 8. 3. 1. °/0 Deelen door 3- 1 2 X LS. 50. Te bevuren diepte 100 m. 2 X LS 50, waarop bij de meest gunstige ligging van het G. T. 76 van het aantal schoten valt. Het verliespercentage bedraagt dus 24 Te bevuren oppervlakte 1,6 HA. Voor vuurdichtheid 1 zijn noodig 16000 75 213 schoten van 7,5 cm. of 16000 200 80 schoten van 10,5 cm. De batterij spreidingen zijn bij de Berg en de Houwitsers berekend bij lading 1. De verschillen t.o.v. 50 m. kunnen worden verwaarloosd, daar het hier slechts gaat om een vergelijking. 2) Het verliespercentage in de breedte is hier en in de volgende be rekeningen verwaarloosd. De uitkomsten zijn daardoor nog iets te gunstig. 1008

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 34