liter inhoud en bezit onder den wagen een eigen aftapkraan met
beschermdop.
De operatieafdeebng is dus in staat 2 X 100 liter leidingwater
mee te voeren.
De 2de afdeeling, achter de 1ste gelegen, eveneens door 2 deuren
van weerskanten toegankelijk, bevat den verlichtingsmotor met
koehnrichting, schakelkast en verder een kast die 4 primusbranders
bevat, 2 1-pit en 2 4-pits, en verder de noodige (10) blikken met
motorbenzine, petroleum en gewone benzine en brandspiritus).
In de koeltank zijn 10 geëmailleerde emmers ondergebracht. Bo
vendien is hier het kistje met 6 bloedtransfusiekolven geplaatst,
evenals een brandbluschapparaat.
Beschrijving van den verlichtingsmotor.
De motor voor de verlichting is een 2 tact-eencybnder ander
half P. K. watergekoelde motor direct gekoppeld aan gelijkstroom
dynamo 220 volt 750 watt.
Aantal toeren is 1800 met automatische regulateur en automa
tische spanningregelaar.
Aanslaan geschiedt door het omwinden van den trekriem aan de
daarvoor bestemde poelie, waarbij gelet moet worden op de middels
pijl aangegeven draairichting voor het in gang zetten wordt het
compressiekraantje geopend en hierin eenige druppels onver
mengde benzine gegoten. De toevoerkraan van de benzinetank
naar de carburator moet worden geopend en de benzinetoevoer
gecontroleerd door drukken op de vlotterpen, welke zich op de
carburator bevindt.
De carburator.
De luchttoevoerkorf wordt middels een lossen ring voor het
aanzetten afgesloten.
Nu is de motor gereed om te worden aangeslagen. Allereerst
dient er nu op te worden gelet, dat hoogstens een kwart van de
toelaatbare belasting van de dynamo aan lampen is ingeschakeld.
Volstaan kan worden met het afzetten van de verdere lampen
op het schakelbord, zoodat alleen de schakelbordlamp, na aanslaan
van den motor, gaat branden.
Het aanslaan geheel zonder belasting dient te worden vermeden,
aangezien dit zeer schadelijk is voor de dynamo.
Het uiteinde van de om de poelie gewonden riem wordt nu
stevig in de hand genomen en met een snelle opwaartsche be
weging afgetrokken.
Nadat de motor is beginnen te loopen, wordt de ring waar
mede de luchtoever is afgesloten een weinig afgeschoven, doch
niet verder dan de motor dit toelaat. Deze begint dan namelijk
onregelmatig te loopen of slaat geheel af.
1021