1055
zoowel diens personeel als diens materieel, te vernietigen of te vernielen.
Indien hij daarin niet slaagt en slechts tot neutralisatie komt, hetgeen hij
in werkelijkheid veelal niet zal weten, dan houdt dit verband met de om
standigheid, dat hem niet voldoende munitie ter beschikking is kunnen
worden gesteld, dan wel dat de waarneming te moeilijk was of dat de vijand
zich wist te onttrekken.
Met betrekking tot de materieele en moreele uitwerking stipuleert schr.
terecht, dat de waarde van deze laatste verdwijnt, indien geen materieele
resultaten worden bereikt.
Schr. wijst nog op de noodzakelijkheid van korte, krachtige en massieve
vuurconcentraties, waarvoor echter commandanten noodig zijn, die hebben
geleerd te schieten. „L'aetion d'un groupe, battant en tirs de groupe succes-
„sivement trois objectifs est plus grande que celle de chacune des batteries
„répartie sur chacun des objectifs et tirant trois fois plus longtemps".
Ten aanzien van het inschieten wordt opgemerkt, dat dit niet lang mag
duren, doch zoo snel mogelijk moet verloopen bij het eigenlijke uitwerkings-
vuur moet naar een groote verscheidenheid van methodes worden gestreefd,
zoodat de vijand niet weet, waar hij aan toe is.
Als laatste karakteriseerende bijzonderheid van het artillerie-vuur noemt
schr. „qu'il faut couvrir de balles, d'éclats, de fumée ou de gaz toute une
„surface donnée d'oü les tirs sur zone". Schr. werkt dit punt verder uit.
Duidelijk toont hij aan, dat het schieten op kleine doelen, op groepen in
fanterie a.a. tot de zeer hooge uitzonderingen zal behooren. Het is echter
onmogelijk, het geheele slagveld onder vuur te houden. Daarom is het de
taak van de leiding, „de restreindre les zones, sérier les taches de tir objets
„des décisions du commandemant, guide par sa mission et par son service
„de renseignement".
Personen, die slecht op de hoogte zijn van het karakter van het moderne
gevecht, scheren gaarne de „zone-vuren" en de storende en verontrustende
vuren over één kam met de „tirs au jugé" (woordelijk „vuren op de gis")
en stellen deze alle tegenover de juistheidsvuren, hetgeen schr. zeer terecht
onjuist acht.
In Hoofdstuk IV treedt schr. in beschouwing omtrent „les différents
genres de tirs de l'artillerie". Hoewel de oorlogservaring leerde, dat gecon
centreerde inzet het meest doeltreffend is, de verrassing een der hoofdvoor
waarden voor het behalen van succes en het zone-vuur dikwijls het eenig
mogelijke, wil zulks geenszins zeggen, dat steeds het artillerievuur zich zal
voordoen in den vorm van verrassende concentraties, opvolgend op ver
schillende zones afgegeven. Eveneens is het onjuist, zich voor te stellen,
dat de vuren zullen verloopen als op het schietterrein, in den vorm van
een inschietvuur, gevolgd door een uitwerkingsvuur op drie of vier afstanden.
Het vraagstuk is veel ingewikkelder, evenals elk ander, dat verband houdt
met de taktiek en de artillerist zal al zijn „flair" noodig hebben om de vol
gende vragen, welke zich steeds voordoen, onder oogen te zien en te
beantwoordenIs het voordeelig het vuur te openen Hoelang moet het
vuur duren Welke hoeveelheid munitie mag er gebruikt worden en welke
uitwerking verwacht men te verkrijgen Is inschieten noodig of niet en
hoe moet het vuur geleid worden
Schr. neemt op uitvoerige wijze deze vragen in beschouwing en komt tot
de volgende resultaten
In beginsel wordt de vuuropening beoordeeld door den A. B., hoewel op
dezen regel tal van, door schr. nader uiteengezette uitzonderingen voorko
men. „II est évident que toutes les fois qu'il s'agit d'un tir d'appui direct au
„profit de l'infanterie, l'heure de l'ouverture du feu est essentiellement
„affaire du fantassin, seul juge du moment oü lui-même est en mesure d'en
„exploiter les effets".
Ten aanzien van het inschieten wordt opgemerkt, dat dit tot het uiterste
minimum moet worden teruggebracht. Waar deze kwestie door ons van
uitermate belang wordt geacht, zouden wij het volgende willen citeeren
„C'est peut-être une vérité de la Palice mais qui n'est pas superflu de rap-