1059
de oude controverse tusscLen de voorstanders van het infanteriegeschut en
de aanhangers van een zeer lichte artillerie, zeer beweeglijk, zoodanig dat
zij in staat is de infanterie onder alle omstandigheden te volgen, weggenomen.
Ten aanzien van deze lichte artillerie, welke door schr. in beschouwing
wordt genomen, kan het volgende worden medegedeeld
De vuurmond.
De Engelsche lichte artillerie is bewapend met een berghouwitser van
94 mm. De keuze, juist van een dergelijken, in verschillende draaglasten
van 100 K.G. uitneembaren vuurmond, doet vreemd aan, hoewel het inder
daad wel zal kunnen voorkomen, dat in werkelijkheid het stuk in lasten
naar voren zal moeten worden verplaatst. (Doch dan zijn de gewichten van
deze lasten n.o.m. veel te groot. H.). De verklaring is echter gelegen in
het feit, dat deze artillerie tevens bestemd is ter versterking van de berg-
artillerie van het leger in de koloniën, zoodat men bij onderwerpelijke
organisatie een minder gecompliceerde instructie van het personeel verkrijgt.
Deze houwitser verschiet een granaat van 9 K.G. (800 gram explosieve
stof bevattende) tot op een afstand van 6.000 yards. De lengte van de schiet-
buis is 12.5 kal. Het aantal ladingen is 5, waardoor aanvangssnelheden wor
den verkregen, gelegen tusschen 156 en 297 M., terwijl invalshoeken worden
bereikt van meer dan 50°. Het horizontale schootsveld bedraagt 40°, het
verticale van -5° tot 40°. Het gewicht in batterij bedraagt 757 K.G.; de vuur-
hoogte is 75 cM., de totale breedte over de schilden 1,98 M. en de lengte van
den staart (v.d. spreidaffuit) 2,40 M. Zooals uit het vorenstaande moge
blijken beschikt het Engelsche leger in dit materieel over een niet te
onderschatten begeleidenden vuurmond, mits men in staat is de tractie op
afdoende wijze te verzorgen.
Tractie. Ten einde de infanterie te kunnen volgen valt men voor dezen
vuurmond automatisch terug op een „tracteur a chenilles", waartoe men
zijn keuze vestigde op een Carden Lloyd, welke tot dusverre met zeer veel
succes werd gebruikt voor het transport van mitrailleurs en munitie. De
vuurmond zelf wordt geplaatst op een aanhangvoertuig, voorzien van
„chenilles". De tractor bezit zeer beperkte afmetingen n.l. lengte 2,46 M.,
breedte 1,70 M., hoogte 1.- M., gewicht 1.360 K.G. Het geheel kan een snel
heid verkrijgen door middelmatig terrein van 25 K.M. per uur. De capaciteit,
om loopgraven te overschrijden, is gering, n.l. 70 cM. breedte en 50 cM.
hoogte. Echter acht men dit geen bezwaar, omdat, na het aanbrengen van
enkele verbeteringen, men deze moeilijkheden spoedig kan overwinnen.
Organisatie. Iedere batterij is samengesteld uit twee secties van twee
stukken en een commandosectie, rijkelijk uitgerust met verbindingspersoneel
en materieel, zoodat op eenvoudige wijze tot splitsing van de batterij kan
worden overgegaan. Het personeel wordt ten deele getransporteerd in voer
tuigen, voorzien van „chenilles", ten deele bij de vuurmonden zelf. De
munitie wordt vervoerd bij de vuurmonden en op speciale met „chenilles"
uitgeruste camions.
Tactisch gebruik. De bedoeling is bij voortduring een batterij toe te
voegen aan iedere brigade infanterie, zoowel bij den aanval als in de verde
diging. De batterij vormt derhalve een integreerend onderdeel van de brigade
(d. w. z. bij die brigades, waarbij de proef plaats vindt) de commandant
bevindt zich bij den brigadecdt. ter uitvoering van de hem verstrekte op
drachten alsvernieling of neutraliseering van mitrailleurs, inf. geschut
beschieten van tanks (hiertoe lijkt het ons een minder geschikt wapen H.);
schieten van rookgordijnen a. a. Dikwijls zal splitsing van de batterij over de
bataljons plaats vinden, zoodat een sectie per twee bataljons beschikbaar
komt.
Nimmer zal echter de afdeeling als zoodanig, als tactisch geheel derhalve,
worden gebruikt ten behoeve van een bepaalde brigade infanterie. Het
afdeelingsverband is slechts ingesteld op administratieve overwegingen. De
afdeeling bezit dan ook geen verbindingsmiddelen.