1060 Schrijver vraagt zich af, wat het resultaat van deze Engelsche proef neming zal zijn. Sommigen zijn van meening dat de voortschrijdende vol making van de infanterie-wapens een veroordeeling beteekent van de begeleidende artillerie anderen daarentegen willen boven de inf. wapenen deze artillerie handhaven, omdat zij voor talrijke opdrachten niet zal kunnen worden gemist. Wat wel vaststaat is echter, dat begeleidende opdrachten nagenoeg nimmer zullen kunnen worden opgedragen aan met paarden bespannen materieel ontegenzeggelijk zal men gebruik moeten maken van lage tractoren en voertuigen en zeer lichte stukken. Het „Militar-Wochenblatt" No. 9 bevat een artikel van de hand van Hptm. Lattrrmnn, getiteld „Kampfaufgaben der Artillerie bei Nacht". Schr. stelt zich op het standpunt dat alle bewegingen van groote troepeneenheden op het gevechtsveld, afgescheiden van den eigenlijken aanval zelf, in een toekomstigen oorlog gedurende den nacht zullen plaats moeten vinden. Zal derhalve aan de artillerie ook in de toekomst de taak toevallen 's vijands nadering te bemoeilijken, dan zal dit in hoofdzaak in de nachtelijke uren moeten geschieden en juist deze nachtelijke storende vuren, welke wellicht tot een der belangrijkste opdrachten zullen uitgroeien, behooren wel tot de moeilijkste taken voor de artillerie. Zeer terecht merkt schr. op, dat „in unsere Lage", dus voor het Duitsche leger zeer economisch met de munitie moet worden „hausgehalten". (In hoeveel sterkere mate zal dit niet voor het Ind. Leger gelden?). Deze mag slechts op de meest gewichtige, de beslissing brengende momennten worden ingezet, als een „ultima ratio" van de leiding. De vraag rijst dan vanzelf, in hoeverre de beslissing voor den afloop van den slag niet reeds gedurende het aanvangsstadium, (d.w.z. gedurende de nachtelijke nadering), zal vallen. Evenals een foutieve beslissing van de leiding slechts in uit zonderlijke gevallen door buitengewone prestaties van den troep weder goedgemaakt kan worden, kan een aarzelende, beangstigde en overnomen troep hoogst zelden door een kundige leiding ter overwinning worden gevoerd. Daarom moet zoo mogelijk gedurende den nacht, dus gedurende de nadering alles in het werk gesteld worden, om den vijandelijken troep in dezen geschokten toestand te brengen en daartoe kan de artillerie in zeer groote mate medewerken. Men dient hierbij niet te vergeten, dat gedurende den nachtelijken marsch er geen sprake van kan zijn den troep tot in de kleinste onderdeelen op te lossen. Een grondige bestudeering van de kaart, zoomede enkele lucht- verkenningen tegen het invallen van de duisternis en zelfs gedurende den nacht moeten den artillerist de noodige gegevens verschaffen omtrent 's vijands bedoelingen en opmarsch. Bij een vertragende actie, waarbij de (nachtelijke) nadering van den vijand als het ware een herhaalde operatie zal vormen, wordt het storende artil lerievuur van nog beslissender beteekenis. De artillerie en de zware inf. wapenen zullen het leeuwendeel van het gevecht voeren. Over dag zullen hoogstens beveiligende en verkennende afdeelingen van den vijand voor de stelling komen, waarmede op afdoende wijze door de infanterie, eventueel met steun van enkele batterijen, kan worden afgerekend De groote massa van den vijand wordt overdag buiten artilleriebereik gehouden en 's nachts naar een gereedstelling voor den aanval gebracht. Wanneer, aldus schr., zal de artillerie den vijand moeten bestrijden, indien dat niet geschiedt gedurende deze nachtelijke nadering en gereedstelling Wil men bij het aanbreken van den dag den vijandelijken aanval niet afwachten, dan moet het grootste gedeelte van de artillerie worden gereedgesteld, voorzien van zooveel mogelijk munitie, om deel te kunnen nemen aan het systematische nachtelijke storende vuur. Het zwaartepunt van de artilleristische acti viteit ligt derhalve in de nachtelijke uren. Schr. wijst op de noodzakelijkheid tijdig een stuk per batterij te doen teruggaan naar de volgende stelling, ten einde aldaar de gegevens te ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 94