Schrijver waagt zich vervolgens aan een schatting van de uit
werking der vijandelijke artillerie bij een aanval in grooten stijl
op een ter hardnekkige verdediging ingerichten troep. Inzet van
de aanvallende artillerie: 5 afdeelingen 75 mm en 2 afdeelingen
155 mm (houwitser) of 220 mm! Inleidende beschieting van drie
a vier uren.
De hieropvolgende schatting maakt sterk den indruk dat naar
het resultaat toegewerkt is nl. om een bewijs te leveren voor
het punt in het Fransche Infanterie-reglement, dat als grootste
front voor een bataljon in de verdediging 1 km opgeeft.
Door schrijver is aangenomen, dat na de vijandelijke beschieting
het terrein in, voor vlakbaanvuur, zoo ongunstigen zin is vervormd
dat 15 automatische wapens per km noodig zijn om het noodige aan
eengesloten vuurfront op te bouwen; voorts dat 25 van deze wa
pens door de inleidende beschieting zijn vernield (blijvend buiten
gevecht zijn gesteld), en dat de helft van de overblijvende wapens
bij het losbreken van den infanterie-aanval geneutraliseerd is.
Aanvankelijk moeten dan dus 25 plus 2 Xl5 of 55 wapens zijn
ingezet om te vuren vóór de voorste lijn, zijnde vrijwel gelijk
aan het aantal bij een Fransch bataljon (52). Blijkbaar neemt
schrijver aan, dat alle wapens kunnen medewerken aan het vuur
voor de voorste lijn!
Afhankelijk van de door den vijand in te zetten middelen (b.v.
meer artillerie, gebruik van oorlogsgassen) zal dit front van 1 km
voor een bataljon nog te groot kunnen blijken. Een schatting in
het bijzonder van de verliezen door gassen veroorzaakt (in de
eerste plaats afhankelijk van de kwaliteit van de gasmaskers,
en de wijze van gebruik van deze en andere beschermingsmiddelen
tegen gas) valt evenwel niet te maken.
V. w. b. de mogelijkheid van de bevelvoering over een bataljon
op een verdedigend front van 1 km, dient eigenlijk alleen de
toestand na het losbreken van den infanterie-aanval te worden
beschouwd: daarvóór, tijdens de inleidende beschieting, zullen
bataljons- en compagniescommandanten hun invloed slechts in hun
naaste omgeving kunnen doen gelden. Is deze crisis eenmaal voor
bij dan zullen de verbindingen in hoofdzaak met ordonnansen
dienen te worden onderhouden (telefoonlijnen onderbroken, stof
en rook beletten de waarnemingen van vuurwerkseinen en opti
sche seinen); voor het op een dergelijke wijze onderhouden van
het verband lijkt schrijver een front van 1 km wel het maximum.
Een divisie met twee of drie bataljons in reserve zal aldus een
front van 6 a 7 km in „normaal" terrein hardnekkig kunnen
verdedigen; bij indeeling van een mitrailleurbataljon kan dit front
belangrijk grooter worden genomen.
Bovendien zal de divisie, wanneer de vijandelijke aanval met
veel materieel wordt ingezet, voldoend talrijke en voldoend mach
tige artillerie moeten bezitten; als voorbeeld wordt genoemd de
984