strekt en bewaart de betrekkelijke bewijzen ter nadere ver antwoording. 22. Voorraden welke gevaar loopen in handen van den vijand te vallen, kunnen, doch niet dan op last van den hoogsten ter plaatse bevelvoerenden officier, vernietigd of onbruikbaar gemaakt worden. 23. Voor verpleging onder bijzondere omstandigheden, zie Vpl.V. Hoofdstuk III. 24. Voor verschillende gegevens, zie Hoofdstuk IV Vpl. V. Met het bovenstaande hoop ik nog eens aangetoond te hebben, dat de taak van den verplegingsofficier een zeer zware is. Alleen indien de verplegingsoff icier uit het juiste hout gesneden is, goed voorbereid voor en geoefend in zijn taak, en voorzien is van een duidelijke instructie en van verplegingsbevelen, zal het mogelijk zijn om de zorgen door de intendance aan de verpleging besteed, ten volle tot haar recht te doen komen, doordat dan de soldaat te velde, ook in moeilijke gevallen, op de juiste plaats en op de juiste tijd een, zij het soms ook zeer eenvoudig, maal krijgt. Dan zal ook de juistheid blijken van punt 214 van het A. T. V. „Een goede verpleging is van het hoogste belang voor het be houd van de slagvaardigheid van den troep en vormt een van de voornaamste factoren ter bevordering van een goeden geest." Het zal dan tevens voor den verplegingsofficier een voldoening zijn te weten, dat de vervulling van zijn taak voor een zeer groot deel hieraan heeft medegewerkt. „Befehlen und Gehorchen sind die Kennzeichen des Heeres. Beides ist schwer. Mit je mehr Klugheit und Verstandnis befoh- len, mit je mehr Erkenntnis und Vertrauen gehorcht wird, um so leichter fallt beides. Die menschliche Natur verlangt zur Zu- sammenfassung Vieler zu einem Ziel den Zwang. So wird die Disziplin untrennbares Wesensteil des Heeres, deren Art und Grad recht eigentliche Wertmesser seiner Tüchtigkeit sind. Je freiwilliger die Disziplin ist, um so besser aber nur Disziplin, die zur Gewohnheit und Selbstverstandlichkeit geworden ist, besteht die Probe in der Stunde der Gefahr." von Seeckt. Gedanken eines Soldaten. 1C03

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 29