mer gerept van een oorlogsverklaring, terwijl speciaal de actie
te Shanghay een verrassing werd voor de geheele wereld.
Ook in de theorieën over den zelfstandigen luchtoorlog wordt
algemeen de verrassende overval vooropgesteld, zonder oorlogs
verklaring. Zal Génève vele weinig scrupuleuze landen daarvan
af weten te houden Wij gelooven van niet. Erop te rekenen zou
in elk geval ongemotiveerd optimisme zijn. Maar mocht Ned.-Indië
verrast worden door een raidachtige onderneming in onzen
Archipel, dan maakt ook onze marine kwade kansen op een
roemloozen en nutteloozen ondergang. Ter illustratie van onzen
gedachtengang schetsen we daartoe even een kleine episode,
geïnspireerd door de Britsche actie tegen Zeebrugge op den 23en
April 1918.
„In de haven van Soerabaia of op de reede, veronderstellen
we, liggen meerdere schepen van een mogendheid waarmede we
drukke handelsrelaties onderhouden. Zij hebben een voor Java
bestemde gemengde lading aan boord, voornamelijk bestaande
uit cement (dit wordt in groote hoeveelheden hier ingevoerd).
Tegen het vallen van den avond we herinneren eraan dat er
absoluut geen vuiltje is aan den politieken hemel lichten deze
het anker, en stoomen in het donker plotseling met volle kracht
naar den ingang van de marinehaven, waarvan de ingang boven
water 170 M. bedraagt. De ingang van het bassin van het
marine-etablissement bedraagt boven water slechts 70 M.
Bij den ingang der vaargeul worden deze schepen, b.v. vier in
getal van 6000 ton, middels meerdere springladingen blik
semsnel tot zinken gebracht. Merkwaardigerwijze vond dit feit
plaats op een dag dat vele jagers en duikbooten in de haven
lagen. Een onmiddellijk ingesteld onderzoek wees uit dat het
opruimen der wrakken, welke de vaargeul volkomen versperden,
een zeer langdurigen arbeid zou eischen, daar het inwendige dezer
schepen een massieve betonklomp was, die zelfs met zware spring
ladingen moeilijk zou zijn op te ruimen. Het gros der N. I. marine
strijdkrachten was zoodoende reeds vóór den aanvang der vijan
delijkheden buiten gevecht gesteld. Buitenzorg zag hierin terecht
een casus belli. Drie dagen later voer een vijandelijke vloot veilig
onze wateren binnen."
Tot zoover onze episodische schets, welke voor variaties vatbaar
is.
Als tegenstelling tusschen zeestrijdkrachten en luchtstrijdkrach
ten ten aanzien van dergelijke risico's vermelden we, dat de zee-
strijdkrachten aan hunne kustbases gebonden zijn, terwijl de
luchtstrijdkrachten door eene opstelling in de diepte daaraan
onttrokken zijn.
Zooals gezegd bestaat het groote probleem in het organiseeren
van een waardevolle defensie, binnen het kader der nu en voor
een reeks van jaren te verwachten beperkte defensie-begrootingen.
Dit is n.o.m. slechts op te lossen door den opbouw eener luchtmacht,
1074