^<a^«^<a^<a^<asse><S5ss>^e><ass6>4>^<a«!B><a#«>^a>^i5s><asfl5><as!e><ajsa><as?5>^
Dat mij die eer te beurt valt dank ik aan de omstandig
heid, dat ik gedurende eenige jaren als bestuurslid van de
I I. K. V. en vooral als redacteur van het I. M. T. het voorrecht
had met U Overste ik kan niet nalaten U thans aan te
spreken in den rang, dien U toen nog bekleedde samen
te werken.
Een overvloed van aangename herinneringen bindt mij j|
aan dien tijd en onder die herinneringen treedt als over-
Sheerschend naar voren, de bewondering, welke ik telkens
weer gevoelde voor uwe energie, uwe groote liefde voor
w het werk, waartoe ge in 1926 geroepen werd door uwe
benoeming tot secretaris van de Indische Krijgskundige
Vereeniging.
Ik beschouw U, overste, als een aansporend voorbeeld
voor ons jongeren.
50 jaar is het geleden dat U bij Z. M. Besluit van 12
December 1883 No. 23 benoemd werd tot 2den luitenant
van het Nederlandsch Indisch Leger; thans, een halve eeuw
later, zien we U nog steeds met liefde en enthousiasme en
met onverflauwde energie uwe krachten wijden aan de
geestelijke belangen van het Officierskorps.
Niet alle lezers van het I. M. T. weten wat er noodig is
opdat elke maand op tijd het tijdschrift aan de leden ver-
zonden wordt en nog minder kunnen zij zich bewust zijn
dat elk nummer ook voor een goed deel het product is
van uwe zorgen.
Wat kon U zich mede verheugen in de verschijning van
g) een wat goed geslaagd nummer en hoe wèlgemeend was
dan uw wensch, dat het nummer zou kunnen bijdragen tot
toename van het aantal lezers.
Met welk een belangstelling volgde U, al drukproeven
corrigeerende, den tekst van bijdragen, welke uw oude en
trouwe militaire hart pakten. Wat had het destijds ver
schijnende Marechaussee-Jubileum-Nummer ook voor U eene
L bekoring.
Toen ik mij zette tot het schrijven van deze woorden van
herinnering en als te doen gebruikelijk even inzage nam in