bij de manoeuvres aan hen waren toegevoegd. Wel beschikken zij over een „peloton automobile" bestaande uit 4 licht geblindeerde personenauto's bewapend met 2 automatische wapens, 3 vracht auto's, 1 radioauto en 5 motorzij spannen, elk met een geweer mitrailleur. Eerste voorbeeld (schets 1 Een straat met huizen aan weerszijden. Twee vijandelijke pant serauto's bemerken elkaar en beginnen op elkaar te vuren, zonder resultaat. Ten slotte vlucht de eene en wordt vervolgd door de andere. Zeer slechte manoeuvre, want nu beslist het geluk of de beste schutter. Indien daarentegen auto B de zijsstraat B' was ingeslagen, dan zou auto A niet hebben kunnen vervolgen, want auto B zou haar ongetwijfeld bij den 3-sprong gedekt hebben opgewacht en op een afstand van 3 of 4 m. het vuur hebben geopend. Indien nu auto A niet beschikt over eenige cavaleristen, wielrijders of motor rijders, is zij tot werkeloosheid gedoemd, want in den blinde vervol gen is zelfmoord. Twee voorbeeld (schets 2). Een dorp volgens schets op blz. 1090. Uit N. richting komen 3 pantserauto's vergezeld van motorzij spannen het dorp binnen. Bij brug 3 aangekomen zijnde, bevinden zij zich plotseling tegen over 3 vijandelijke pantserauto's eveneens vergezeld van motor zijspannen. Verwarde wederzij dsche beschietingde N. partij trekt terug. Waarom Het was hier aangewezen om op de wijze als bij het eerste voorbeeld aangetoond, kort voor brug 3 (bv. bij D) den toegangsweg voor Zuid af te grendelen. Niettemin handelde de N. partij niet slecht. Zij stelde de mitrs. der motorzij spannen op bij A A' en de pantserauto's bij B. Zoodra nu de Z. auto's bij brug 1 aankwamen, ontvingen zij vuur van de mitr., hetgeen hen niet deerde, doch op de brug kregen zij plotseling 4 kanonschoten afge geven op een afstand kleiner dan 200 m. De afgrendeling was goed geen Z. pantserauto kon uit het dorp déboucheeren. Zuid moest toen manoeuvreeren om Noord het veld te doen ruimen. De pant serauto's konden niet verkennen, daarom werd het personeel der motorzijspannen hiermede belast. In de richting van C gaande, werd de opstellingsplaats B ontdekt, één der Z. auto's begaf zich daarheen en beschoot plotseling de auto's bij B, welke toen moesten terugtrekken. Hieruit te trekken les de hinderlaag bij B was goed, doch kon niet te lang bezet blijvende N. auto's geïmmobiliseerd in B. stonden bloot aan ontdekking en vernietiging door een vijand die manoeuvreerde. De hinderlaag zou uitstekend geweest zijn, indien zij in het Zuiden slechts gedekt was geweest door een enkele muur of door een huis. 1091

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 29